‘Als ik niet elke week voldoende tijd in de natuur doorbreng, word ik gek in m’n hoofd.’

De lijst van projecten in en om Gent waarbij Diëgo Van De Keere betrokken is, klinkt indrukwekkend: Het Drakennest, Het Boerenhof, Onzen Hof, Het Smoefelpark, Gent en Garde, Milieuzorg op School … De taken en rollen die hij op zich neemt variëren in intensiteit, frequentie en hoedanigheid. Zo werkt hij voor enkele projecten als vrijwilliger binnen zijn vzw Natuurkriebels en voor heel wat andere als zelfstandige onder de noemer Anupana. Door alles heen loopt één helderrode draad: natuur en mens opnieuw in verbinding brengen. We staan in het hoofdkwartier van vzw Natuurkriebels, Het Drakennest, een biodivers mini-voedselbos met een vijvertje en een serre, annex mandalavormige moestuin, annex mini-boomgaard met kippenren bij een school in de buurt van station Gent Sint-Pieters.

‘Mens en natuur herverbinden is de basis van alles waar ik mee bezig ben. Toen ik een klein ventje was, vond ik mensen dikwijls raar. Ik snapte niet zo goed waarom ze deden wat ze deden, dus ik ben mij al heel snel gaan richten op alles om mij heen. Ik sloot vriendschap met plekken en met alles wat daar leefde: rupsen, vlinders, plantjes … Ik beleefde het allemaal als één samenhangend geheel. Veel van die plekjes heb ik jarenlang bezocht, ik keek hoe ze veranderden en zich ontwikkelden tot ecosysteempjes. Vele verdwenen plots: ze werden volledig afgegraven, er werden buizen in de grond gestopt en er kwam een verkaveling. Waar bloemetjes stonden die nergens anders in de gemeente groeiden en waar wolken vlinders op af kwamen, stonden plots huizen. Het deed mij ongelooflijk veel verdriet. Ik kan dat nog heel sterk hebben, een soort landschapspijn. Als ik langs boerenland loop en ik zie bijvoorbeeld langs de bermen dat er maar drie of vier verschillende planten staan en ik stel mij voor wat daar ooit allemaal groeide en rondkroop en vloog en dat dat allemaal weg is, dat voelt als rouw om het landschap. Ik geloof dat het grootste deel van de mensen er niet erg om geeft of dat ze helemaal vergeten zijn hoe het ooit was, maar voor mij werd die ervaring een trigger: ik nam mij als kind voor om later zo veel mogelijk plekjes te creëren waar opnieuw ruimte is voor natuur. Toen ik volwassen werd, bleef ik worstelen met het gegeven mens: wat is de plek van de mens in het geheel? Ik ben me daar sterk in gaan verdiepen, heb heel veel geschriften gelezen uit allerlei culturen om dat te achterhalen: wat maakt dat de mens zich zo gedraagt als hij nu doet, hier en ook op veel andere plaatsen in de wereld, en zijn er plaatsen waar ze het anders aangepakt hebben?

Gaandeweg ben ik tot de conclusie gekomen dat de mens zichzelf buiten de natuur heeft proberen te plaatsen, wat heel vreemd is, want we ademen lucht die door planten geproduceerd is en alles wat we eten is aarde, licht en zuurstof die door planten verwerkt zijn. Tegelijk zijn we gaan doen alsof we daar volledig buiten staan. Door massaal in steden te gaan wonen, door grootschalige landbouw, en intussen ook door een virtuele wereld waarbij we een illusie in een illusie aan het creëren zijn en waardoor het contact met de wereld om ons heen nog sterker afneemt. Ik vroeg me af hoe dat te herstellen valt en ik bedacht: een mens moet altijd eten en heeft altijd behoefte aan inspiratie. Zo ben ik onder andere uitgekomen bij permacultuur. Op dit moment ben ik veel bezig met MOS (Milieuzorg Op School). Zij hebben een project om de steenwoestijnen die speelplaatsen vaak zijn om te vormen tot klimaatgezonde plekken, met natuurlijke spelelementen, schaduwbomen, planten. Via die weg kan je heel veel meegeven aan kinderen. Wanneer ze zien: ha, zo groeit een brandnetel en wow, wat voor gekke beestjes komen hier naartoe, of als ze kunnen ravotten en spelen met dingen die niet van plastic gemaakt zijn, dan is er een goeie kans dat ze dat gevoel van connectie meenemen in hun latere leven. Wie weet krijgen we dan een nieuwe generatie die beseft: oh ja, wij zijn eigenlijk een deel van dat alles.’

Dat is ook de insteek van Het Drakennest?

‘Zeker. Deze concrete plek was al door iemand gecreëerd die gelijkaardige dingen deed en toen hij naar een volgend project overstapte, was ik toevallig met een aantal mensen op zoek naar een terrein. Zo werd het hier Het Drakennest, dat was in 2016. Meestal wordt er bij een ontwerp gekeken naar: wat willen we hier creëren? Wij zijn gestart door het omgekeerde te doen: we hebben aandachtig gekeken naar wat er al was, wat er spontaan wilde komen en hoe we dat wat we graag wilden daarin konden inpassen. Er staan bijvoorbeeld al vrij oude bomen en allerlei struiken en planten die zichzelf hier gezet hebben. Je kan het een cocreatief proces met de natuur noemen: de natuur doet zelf dingen en wij regisseren dat een beetje. Hier stonden een paar bomen en struiken met bramen ertussen, die hebben we weggedaan. Anderzijds hadden we zaailingen van hazelaars en veel stekjes van het snoeien en in zo’n geval moeten we er een plek voor zoeken of vrij maken. Hier en daar hebben we ook experimenten die helemaal anders zijn uitgedraaid dan voorzien. We hebben een aantal vijgenbomen die oorspronkelijk deel uitmaakten van een hügelcultuur: vijgentakken werden ingegraven om hügelbedden te vormen, maar ze waren nog vrij vers en werden niet diep genoeg ingewerkt, zodat ze zijn beginnen schieten. Toen we hier aankwamen, zag ik die kleine vijgjes en dacht ik: laat maar staan, ze staan hier goed. Zo kunnen we elk jaar volop verse vijgen oogsten. De meidoorn die daar staat, is ook spontaan komen aanwaaien. Het is een interessante plant voor biodiversiteit, medicinaal en ook voor de bloemetjes. Het skelet van deze plek bestaat uit inheemse planten die zich hier goed voelen en andere planten die ertussen worden gezet. De plek groeit mee met de planten en ook hoe ze reageren op veranderende omstandigheden, het klimaat, vocht of droogte.

De samenwerking met de school verloopt prima. Kinderen kunnen hier de handen uit de mouwen steken, ze doen heel wat basisdingen als paadjes aanleggen, inzaaien, verspenen, planten, oogsten. Soms maken ze iets klaar met voedsel uit de tuin of komen ze beestjes zoeken en naar de kikkers kijken. Af en toe komen leerkrachten met kinderen voor een time-outgesprek, daar is het een uitgelezen plek voor, rustig en in het groen. Ik ben hier zo goed als elke week een dag en coördineer dan een paar klassen en ook vrijwilligers die komen helpen. We hebben de tuin afgestemd op de beheersintensiteit die we aankunnen. We hebben niet al te sterk ingezet op de kruidlaag, want als je een intense kruidlaag hebt met een groot aantal verschillende plantjes die allemaal specifieke zorg vragen dan moet je daar heel veel tijd insteken. We kiezen bij voorkeur planten die sterk zijn of die hier goed gedijen.

Voor de rest hebben we een moestuin met eenjarigen. We passen daar voor een deel hetzelfde principe toe als in het voedselbosje: veel eenjarige of ietwat meerjarige planten zijn er spontaan terechtgekomen en geven we een plek aan de rand van de moestuinbedden. Voor de rest hebben we allerlei gewassen die we voorzaaien en kweken. De oogst van de moestuin verdelen we meestal aan het einde van een werkdag onder de mensen die meehelpen. Wat overblijft, neem ik mee naar huis. Soms maken we afspraken met de school, kopen ze oogst over of maken ze er zelf een gerecht van. Tijdens het bessenseizoen wordt het teveel aan bessen in een grote diepvriezer van de school gestopt. Aan het eind van de zomer doen we een jamsessie van een dag en maken we er confituren en chutneys van.

Behalve de kinderen uit de school en ikzelf maken ook nog vrijwilligers deel uit van het project. Eén van de vrijwilligers werkt hier al jaren, samen met hem is er veel opgebouwd. Daarnaast zijn er wisselende mensen, ze komen vanuit nieuwsgierigheid naar planten, permacultuur, voedselbossystemen. Vaak nemen ze enkele maanden deel en zijn ze daarna weer weg, soms gaat het ook om mensen die willen uitblazen, bijvoorbeeld omdat ze een burn-out hebben. Hier volg je je eigen tempo en kan je niet te laat komen. Dat komen en gaan van mensen zie ik als een bijwerking van het feit dat ik natuurlijke omgevingen creëer, het gebeurt spontaan. Handen in de aarde en verbinding maken met alles wat er is. Ik zie het als een symptoom van de tijd: we leven zodanig los van de ritmes van het leven en de seizoenen dat we onszelf voorbij lopen. Mensen gaan weer herverbinden door te zien: ah, nu is het moment dat de munt gaat bloeien, nu staat die boom in bloei, nu vliegt het oranje tipje, nu kan ik de daslook oogsten. Het is allemaal heel basis en simpel, maar je komt weer terecht in een veel trager ritme en gaat aarden op de plek waar je bent. 

Dat laatste vind ik ook essentieel met betrekking tot integratie van nieuwkomers. Ik denk dat er nog heel wat mogelijkheden zijn om veel sterker in te zetten op integratie in het ecosysteem. Er wordt altijd gefocust op integratie in de cultuur, maar ook onze Vlaamse cultuur is niet meer ingebed in het ecosysteem. Eigenlijk moeten we allemaal samen gaan (her)integreren. De centrale kwestie is wie we als mens zijn binnen het gegeven natuur, niet zozeer vanwaar elk van ons komt, maar hoe we elkaar hier op die gelijke grond vinden. Doordat we het contact met het omringende grotendeels verloren zijn, lijkt het alsof we losstaan van mensen die op een andere plaats mens zijn, terwijl we allemaal op dezelfde grond lopen en dezelfde lucht inademen. Als we onze plek willen terugvinden in het geheel moeten we onszelf zien als één soort die verschillende niches kan bezetten naar gelang van onze eigen interesses en karakter. Als er alsmaar programma’s worden opgezet die niks te maken hebben met wie we in essentie als mens zijn dan blijven we elkaar de hele tijd mislopen.

De projecten waaraan ik meewerk en die zich in stedelijke contexten afspelen, zijn vaak nogal divers en dan is het altijd zoeken wat waardevolle elementen zijn waardoor je interactie kan creëren. Je houdt daar rekening mee wanneer je een ontwerp maakt. Als op die plek redelijk wat mensen uit een bepaalde regio in de wereld wonen, kan je zoeken naar planten die in die regio veel voorkomen, ze  integreren en zo voor herkenning zorgen. Op die manier kan de natuurlijke wereld een verbindende factor zijn. Mensen beginnen te vertellen: oh wij hebben ook een plant die daarop lijkt en die vervult die functie. Of: mijn tante maakte daar altijd siroop van, mijn oma had ook zulke bessen in haar tuin staan. Vaak komen dingen uit de jeugd, uit contact met grootouders. Ik probeer altijd te zoeken naar aanknopingspunten, wat een toegangspoort voor iemand kan zijn tot de natuur. Als je elk door je eigen poort gaat, dan sta je plots allemaal samen in die tuin. ‘

Je bent ook nog op allerlei andere plekken bezig. Vertel daar eens wat meer over.

‘Het Drakennest is het hoofdkwartier van vzw Natuurkriebels, een kleine vzw die ik heb opgericht om mensen meer kriebels en goesting te doen krijgen in natuur via wandelingen, workshops (fermenteren, tuinieren op kleine oppervlaktes …) of evenementen in de tuin. Binnen die structuur valt ook het beheer van het Smoefelpark in Maldegem en het project Boerenhof aan het Gentse Rabot. Dat zijn allemaal publieke of semi-publieke plaatsen met een combinatie van biodiversiteit en meer voedselgerichte productiesystemen of andere functies ten behoeve van mensen. Doordat elke plek anders is, verschilt ook telkens de invulling. Het Smoefelpark is een bos, met randen met voornamelijk inheemse bessen. Op het terrein aan het Rabot stonden vroeger garageboxen, een actieve buurtgroep is erin geslaagd er met hulp van de stad een buurtpark van te maken met een gedeelte moestuintjes. Ik coördineer er het onderhoud, terwijl de stad de speeltuigen onderhoudt en basismateriaal aanlevert zoals compost en soms ook plantgoed. Hier in het Drakennest kom ik het meest en kan ik de meeste input instoppen. Daardoor is dit ook de plek waar plantjes opgekweekt worden. Wat hier te veel is – munt bijvoorbeeld – kunnen we inpotten, zodat ik het kan meenemen naar andere scholen, waar ik werk via Gent en Garde.

Mijn job sluit eigenlijk naadloos aan bij wat ik vrijwillig binnen Natuurkriebels doe in Het Drakennest en in Het Smoefelpark. Ik ben dit jaar 10 jaar voltijds zelfstandige onder de naam Anupana. Ook hier gaat het over mens en natuur verbinden, door middel van ontwerpen, (moes)tuin- of voedselbosconsults, begeleide wandelingen, workshops allerhande. Zo begeleid ik binnen Gent en Garde, de Gentse voedselstrategie, schoolmoestuinen en buurtmoestuinen, dat project is intussen al enkele keren verlengd en ik vind dat zowat het leukste wat ik ooit gedaan heb. Je hebt een aantal keren contact met de mensen ter plaatse, je bekijkt wat de noden zijn en wat er op de plek mogelijk is en je start. Er zijn zo al veel scholen en buurtplekjes gepasseerd. Bij sommige blijf ik aan de slag. Onzen Hof bijvoorbeeld is een buurttuintje in Gentbrugge bij een woonzorgcentrum. Daar zijn heel verschillende partners betrokken: behalve het woonzorgcentrum ook buurtbewoners, een wijkgezondheidscentrum, brede school en twee scholen in de buurt. Doorheen het jaar krijgen schoolklassen tuinworkshops en het seizoen eindigt altijd in juni met een oogstfeest.

Wat ik eigenlijk nooit doe, is projecten uitschrijven. Ik ben geen held in alles wat te maken heeft met administratie, (zelf)promotie en organisatie. Ik ben vooral graag bezig op het terrein. Meestal weten mensen, verenigingen of vormingsorganisaties mij wel te vinden. Ik vul gaatjes op, ik ben als een riviertje, als er ergens een putje is stroom ik daardoor.’

Worden plekken die je ontwerpt soms ook weer bedreigd in hun bestaan?

‘Ja, op een bepaald moment was er sprake van om het Smoefelpark te verwijderen. Het is ontstaan als deel van het openbaar park van Maldegem. Vroeger was daar een dennenbosje dat niet gedijde omdat de grond er veel te vochtig was. Ik kreeg de vraag of ik ideeën had voor de plek en er was ook een imker bij betrokken. We maakten een ontwerp en organiseerden plantacties om een bosje te creëren met meer eetbare dingen erin, afgestemd op de plek. Omdat de stronken van de dennenbomen er waren achtergebleven en de grond door de grote hoeveelheid dennennaalden heel zuur was geworden, was het helemaal niet evident. Planten deden er lang over om tot hun recht te komen. Er stonden veel bramen die we wilden uitschaduwen door volop bosontwikkeling toe te laten los van de aanplant van bessen en de aanleg van paden. Op een bepaald moment werd de plek heel dichtbegroeid, er kwam in die periode een bestuurswissel en plots was er sprake van dat het Smoefelpark zou verdwijnen. We zijn beginnen filmpjes maken die we op Facebook zetten, niet aanvallend want we wilden geen politisering. We streefden naar samenwerking, met om het even welke bestuursploeg. We zijn toen op gesprek gegaan en hebben geluisterd. Wat waren de wensen, waar botsten ze tegenaan. Het probleem bleek de dichtheid en ontoegankelijkheid van de plek. Ik vond het heel waardevol dat dat gebeurd is, want ze hadden een punt. We hebben toen heel veel jong bosgoed weggekapt en bramen weggehaald, zodat er veel meer licht kwam. Er werden meer paden aangelegd met duidelijker zichtlijnen, je kan er nu meer doorheen kijken, het is iets meer parkachtig. Uiteindelijk kwam er een omslag bij het bestuur, ze zagen dat we niet halsstarrig waren en constructief wilden samenwerken. Ik zat zelf zo sterk in het idee van meer natuur creëren dat ik eigenlijk stilaan de mens weer wat uit het oog verloren was, dus het was heel goed dat ik daaraan herinnerd werd.’

Zie je de toekomst positief in?

‘Ik zie zeker positieve evolutie, ook al is die wanneer je het grotere plaatje bekijkt misschien niet zo groot. En ik geloof erin dat alles uiteindelijk altijd goed komt. Ik kan me het makkelijkst vinden in spirituele strekkingen als boeddhisme en advaita-vedanta, die ervan uitgaan dat alles één is. Ik zie mezelf en alle andere mensen en levende wezens als onderdeel van eenzelfde iets dat zich op steeds andere manieren tot expressie brengt. Alles komt en gaat. Ook het ik beschouw ik als een tijdelijk gegeven en die tijdelijkheid is niet erg. Uiteindelijk blijft alles wel bestaan, maar het krijgt steeds andere vormen. Vanuit de optiek van de oosterse filosofieën maakt het eigenlijk niet uit of er een ineenstorting van bepaalde systemen gaat komen of niet. Dat lijkt op een bepaalde manier misschien cru, maar als we ons daardoor laten verlammen of ons erop blindstaren gaan we ofwel heel de tijd alleen maar beslissingen nemen die te maken hebben met overleven ofwel gaan we in escapisme en moffelen we alles weg. In beide gevallen vergeten we in het nu te leven. Dingen die ons overkomen maken dat we vaak vasthangen, in een verleden dat ons heden bepaalt, of hunkerend naar iets in de toekomst. Dat zijn grote valkuilen. Als ik niet elke week voldoende tijd in de natuur doorbreng, word ik gek in m’n hoofd. Ik kan het jammer vinden als ik de bloei van de wilg gemist heb. Dat wil zeggen dat ik te druk bezig was om de belangrijke dingen van het leven mee te maken.’

Wat vind je zorgwekkend?

‘Het meest zorgwekkend vind ik dat de mens zichzelf te serieus neemt. Er is ook een verschil in mijn gevoel tussen dingen die ik zorgwekkend vind of dingen die ik doodjammer vind. Ik vind het doodjammer dat soorten uitsterven, dat mensen elkaar de kop inslaan voor nonsens, doodjammer dat er polarisatie ontstaat door algoritmen die eigenlijk gecreëerd waren om ons samen te brengen, doodjammer dat er mensen zijn wiens belangrijkste waarden samenhangen met domineren in plaats van samenwerken. Ik kan het verschrikkelijk jammer vinden wanneer een boer langs zijn veld gegaan is en alle begroeiing daar weg is. Dat raakt mij, ik heb er veel moeite mee.

Sinds ik vader geworden ben, maak ik me soms wel zorgen of ik mijn kind voldoende zal kunnen voorbereiden op het omgaan met de onvoorspelbaarheid in een steeds uitdagender wordende wereld. Ik zie wat er verloren gaat, er zijn zoveel verschuivingen dat de natuur en de mens het amper kunnen bijbenen. De voorspelbaarheid die er in mijn jeugd nog was, die is er niet meer.’

Links:

Voor wie graag kennismaakt:

  • 29 mei 2023: werkdag in het Smoefelpark van 14u tot 17u
  • 4 juni: open-tuindag in het Drakennest van 14u tot 17u
  • 18 juni:  werkdag in het Smoefelpark van 14u tot 17u
  • 27 juni: benefietverkoop + rondleidingen + nachtvlinders vangen in het Drakennest van 18u tot 01u
  • 23 augustus: ‘jam-sessie’ in het Drakennest van 9u tot … (alles klaar is)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.