‘Er komen nog net geen worteltjes uit mijn voeten.’

Onderstaand gesprek maakt deel uit van de reeks ‘Het goede leven / hack the system’, waarin gewone en tegelijk bijzondere mensen vertellen wat voor hen ‘het goede leven’ is en hoe ze zich losmaken van de dwingende normen van een door hyperkapitalisme gedomineerde samenleving.

De bankencrisis van 2008 was voor Cindy en haar partner een breekpunt. Ze hadden drukke jobs, twee kinderen in de lagere school en een eigen huis in Brussel, maar voelden dat ze niet op die manier wilden doorgaan. Het verlies op korte tijd van Cindy’s beide ouders versnelde hun proces. Ze haalden hun kinderen uit school en besloten ze zelfsturend te laten leren, verkochten hun stadswoning en vonden net over de taalgrens een meer dan 250 jaar oud huis met een grote tuin. De ideale plek voor een andere manier van leven.

 

Vertel ‘ns hoe dat gegaan is. 

In november (2022) was het 10 jaar geleden dat we naar hier verhuisd zijn en  het was echt een nieuwe start. Dertig jaar geleden woonden we een jaar in een dorpje in Griekenland en daar hadden we gezien dat de bewoners voor 90 % zelfvoorzienend leefden. We dachten: als het daar toen kon, dan kan het hier nu ook. De insteek was dus om zo zelfvoorzienend mogelijk te zijn en met een zo klein mogelijke ecologische impact te leven. Ik denk dat veel mensen, zeker wanneer ze in contact komen met zoiets als permacultuur, dat idee hebben. Wanneer je het effectief probeert, blijkt het een heel ander verhaal. Voor een deel zijn we erin geslaagd: we gebruiken geen stadswater, en meer dan 6 maanden per jaar eten we uit de tuin. Anderzijds kruipt er veel tijd in zelfvoorziening en zijn er een heleboel zaken die ik wel had gewild, maar die voorlopig niet zijn gelukt. Ik was een stuk ambitieuzer dan de rest van mijn gezin, ik wilde bijvoorbeeld volledig afvalvrij leven. Wat doe je dan? Ga je ervoor vechten en je wil opleggen of zeg je ‘Wie ben ik om te bepalen dat zij geen cola meer mogen drinken of chips eten, geen afwassponsjes of afwasmiddel meer mogen kopen?’. Ik koos voor het tweede en liet een deel van mijn groene ambities los. De afgelopen tien jaar zijn een heel groot leerproces en zoektocht geweest. Het vergt veel kennis om de juiste keuzes te maken, en we hebben er ook gemaakt die achteraf niet ideaal zijn gebleken. We hebben een ventilatiewarmtepomp, dat leek een goed idee in een oud huis als dit dat heel vochtig is, maar het systeem is al een paar keer stuk gegaan, de firma die het maakte, ging failliet, en de installateur naar hier krijgen voor een nieuwe installatie is allesbehalve eenvoudig. Verwarmen doen we op hout. Aanvankelijk wilden we een massakachel, maar dat is best complex, en uiteindelijk gingen we voor houtkachels die aangesloten zijn op de centrale verwarming. Speksteenkachels bleken te duur om de hele installatie in één keer aan te leggen en de kachels die we als compromis kozen hebben geen 100 % schone verbranding. Ik heb eruit besloten dat je niet alles in de hand hebt of haalbaar is.

We wilden ook inkomen genereren met een minimale ecologische impact en in overeenstemming met onze waarden. We speelden met het idee om daarvoor een vzw op te richten, maar dat verliep moeizaam. Ik ben opgeleid als permacultuurlesgever en we hadden na een tijd de tuin al een heel stuk ingericht, maar we zitten in een ander taalgebied en als je opleidingen wil geven en je op een lokaal publiek mikt, zit je dus met de taalkwestie. Ik spreek wel Frans, maar nu ook weer niet vlot genoeg om cursussen te geven. Dus de oprichting van die vzw sleepte aan en uiteindelijk kwam het niet van de grond. In die periode hadden we een zuurdesembakker in de buurt, een jongeman uit Frankrijk die vanuit een bakkerswagen werkte en lokale granen gebruikte. Zijn bakkerij deed het goed, maar toen het afliep met zijn vriendin besloot hij terug te keren naar Frankrijk en stelde hij z’n wagen te koop. Bakker worden was iets wat mijn partner Stef altijd al had willen doen en plots zagen we een opportuniteit. De beslissing moest heel snel gaan, want de man had al een transportfirma geregeld omdat de verkoop niet meteen leek te lukken. We hakten in korte tijd de knoop door en gingen experimenteren en dat ging allemaal goed. We stapten af van het vzw-idee omdat we voor de bakkerij een btw-nummer moesten aanvragen en ik begon te bedenken wat ik zou kunnen aanbieden. Ik kwam op het idee van wilde planten en kruiden uit de tuin, met verkoop in korte keten en ook gericht op restauranthouders.

Groenten verkopen leek me niet zo’n goeie optie, want in een omtrek van pakweg drie kilometer waren er toen al drie – intussen vijf – kleinschalige, biologisch geïnspireerde maar daarom niet altijd gecertificeerde groentenkwekers. Uiteindelijk kwam ik heel toevallig uit bij ecologische bloemen telen. We hadden in de bakkerij een enthousiaste klant wiens vrouw bloemiste was. Hij vertelde dat ze gezondheidsproblemen had gekregen door het werken met bloemen. Bloemisten komen in contact met enorme hoeveelheden pesticiden, herbiciden en bewaarmiddelen. Daarnaast was er hier niet ver vandaan een teelster, één van de pioniers van de ecologische bloementeelt in België, die op zoek was naar nog meer telers in de streek om aan bloemisten een volledig ecologisch bloemenaanbod te kunnen bieden. In die periode brak de covid-pandemie uit, alles ging dicht, ik dacht ‘dit is iets wat ik kan’ en zo rolde ik in de bloementeelt. Als je me 10 jaar geleden gezegd had dat ik bloemen zou gaan kweken voor de verkoop zou ik gezegd hebben: ‘Bloemen? Dat zal wel, je knipt ze af, je zet ze in een vaas en ze gaan dood. Niks voor mij.’ Maar ik ontdekte dat bloemen telen fantastisch is. Zodra je met een boeket bloemen in je handen staat, breng je instant happiness. Je kan daar een beetje lacherig over doen, maar het is echt zo. Wanneer ik bloemen ga leveren in m’n verkooppunten gaat iedereen spontaan glimlachen, mensen staan in bewondering en beginnen vanzelf met je te praten. Ik had me nooit voorgesteld dat bloemen zo’n directe impact hebben. En ook: je kan blijven ontdekken. Als je met groenten bezig bent: dat blijft sla en tomaatjes, en er zijn natuurlijk de specialere groenten, maar eetgewoonten zijn heel vast, dat heb ik in mijn eigen gezin ook gemerkt, je kan mensen heel moeilijk nieuwe dingen laten eten. Met bloemen kan je alle kanten uit, er komt geen eind aan het leerproces, dat is zo boeiend. En ik word er zelf gelukkig van als ik van mijn vers geplukte bloemen boeketjes maak, dat is dan het creatieve aspect dat er ook bij komt kijken. Voor veel soorten kan ik zelf voor zaad zorgen én met een relatief kleine oppervlakte kan ik toch voldoende produceren. Ik vind het belangrijk dat ik aan die kleinschaligheid kan vasthouden. Bij de groententelers in de buurt merk ik heel wat tweestrijd. Ik zie ze allerlei richtingen uitspartelen, nieuwe projecten starten, kippen gaan kweken. Ze zijn vertrokken van het basisidee om het klein te houden, maar ze vallen ten prooi aan de economische noodzaak om uit te breiden. Ik zie hoe mensen uitgeput raken en steeds dieper in de schulden zitten, want ze moeten lenen om te kunnen investeren. Zelf zou ik ook kunnen uitbreiden, maar dat is helemaal niet mijn bedoeling en gelukkig hoeft het niet. Ik ben tevreden dat ik een inkomen kan genereren uit iets wat een minimale ecologische impact heeft, dus daar concentreer ik me helemaal op. En ik hou me strikt aan mijn waarden, want dat is het enige terrein waar ik de controle over heb.

 Ik gebruik geen elastiekjes omdat die niet noodzakelijk afbreekbaar zijn, er gaat altijd een touwtje om de bloemen. Ik verpak ze wel in papier om ze een beetje te beschermen wanneer ze naar mijn verkooppunten gaan, maar als klanten ze hier komen kopen, mogen ze kiezen of ze verpakking willen of niet. De verleiding om je principes te laten varen loert wel altijd om de hoek wanneer je ergens je inkomen mee moet verzekeren. Op het einde van de winter verkoop ik veel droogbloemen, ik zorg ervoor dat de meeste soorten die ik kweek makkelijk aan de lucht te drogen zijn, maar het gaat niet elk jaar even goed. In de natte zomer van 2021 was het enorm moeilijk, toen heb ik toch even een ontvochtiger gebruikt, dat was een afweging die ik gemaakt heb. Ik heb me wel een keer laten vangen met tulpen. Er bestaan biologische tulpen, maar de bollen zijn heel duur, want het produktieproces duurt lang. Ik wist van tevoren dat ik er wellicht weinig zou kunnen verkopen, maar ik besloot om het toch te doen om vroeger te kunnen starten met mijn verkoopsseizoen. Helaas, al mijn bollen werden opgegeten door woelmuizen. Gelukkig had ik er niet al te veel aangekocht. Tulpen zitten dus niet in mijn assortiment, maar mensen begrijpen dat niet, je moet elke weer de redenen daarvoor uitleggen.

Kerstkransen zou ook kunnen, maar aan het eind van het seizoen ben je fysiek uitgeput, en je moet ook al denken aan het volgende seizoen. Financieel is het in die luwe periode wat moeilijker, maar het lukt, met onze opgetelde inkomens overleven we. Eén van mijn zonen heeft chronische gezondheidsproblemen en krijgt een uitkering, mijn partner heeft een tijdje van huis uit gewerkt, maar het plan is dat we de bakkerijwagen weer opstarten. Ik heb veel bewondering voor mensen die erin slagen om bijna geldloos te overleven. Een voorwaarde daarvoor is wel dat je in goeie gezondheid bent. Ik heb enkele jaren geleden borstkanker gehad en ik heb heel veel geluk gehad – ik heb alleen een operatie ondergaan, geen chemo of bestraling, ik noem het ‘mijn borstkankertje’ (lacht) – maar je bent wel out voor een bepaalde periode en het kan ook terugkomen. Mijn zoon heeft een zware operatie ondergaan en heeft epilepsie gekregen. Op het moment dat die dingen gebeuren heb je niet de inrduk dat het zo’n impact heeft op je leven, maar toch is dat wel zo, al de rest ligt even stil of moet op een laag pitje.

Eerst weet je niet hoe het verder moet in zo’n situaties, maar voor mezelf was ik al heel snel niet meer bang. Ik leef in het nu, hoewel bloemen kweken en in het nu leven niet zo’n gemakkelijke combinatie is. In mijn hoofd is mijn ziek zijn en de beslissing om door te gaan met bloemen kweken verbonden gebleven. In oktober, aan het einde van mijn eerste kweekseizoen, kreeg ik de diagnose, in november ben ik geopereerd en daarna had ik drie maanden ziekteverlof. In die periode heb ik me zitten afvragen of ik verder zou gaan of niet. En net op het moment dat ik beslist had van wel en zaden te kopen, kreeg ik ook positieve medische resultaten: de kanker was helemaal weggehaald. Alsof ik zelf beslist heb dat het kon doorgaan, niet alleen de bloemen, maar ook het leven. Intussen voelt dat allemaal weer heel logisch.

 

Zelfvoorziening en ecologisch leven en werken zijn belangrijk voor jou, dat is duidelijk. Kan je daar nog iets meer over vertellen, over je waarden?

 

De ethische principes van de permacultuur spreken mij erg aan: zorg voor de aarde, zorg voor de mens en zorg voor een eerlijke verdeling. Eigenlijk vat ik het meestal samen als: de basiswaarde is zorg voor het levende, zoals in het ecofeminisme van Vandana Shiva. Als je dat probeert toe te passen in alles wat je doet, dan kom je al een heel eind, lijkt me. Uit die basiswaarde vloeien een aantal andere zaken voort. Zorg dragen in hoe je tegenover iemand anders staat, ongeacht hoe die is, bijvoorbeeld. Het principe van zorg dragen voor het levende in een systeem waar geld centraal staat, ervaar ik wel als problematisch. Ik zie het als een systeem gebaseerd op de dood. Wat energie betreft steunen we enorm op fossiele brandstoffen, maar dat is dode materie, dus eigenlijk drijven we handel in de dood en alles waar we brandstoffen of chemische stoffen voor gebruiken, berust daarop, of op vernietiging. Je raakt daar moeilijk onderuit en ik blijf er ook op mijn eigen kleine schaal mee worstelen. Ik wil geen geld vragen voor het stukje natuur dat ik lever, maar ik doe het wel voor de tijd en moeite die ik erin heb gestopt om het bij iemand te brengen. Ik ben ervan overtuigd dat als er zoiets bestond als het basisinkomen, ik zeker bloemen zou blijven kweken, maar dat ik ze dan gratis zou weggeven (lacht). Ik ben van plan om dat nu ook al te doen: wat ik niet verkocht krijg, schenk ik vanaf komend seizoen aan woonzorgcentra, zo kunnen mensen die niet de kans hebben om mijn bloemen te kopen er toch ook van genieten.

Op dit moment kan ik niet anders dan in het statuut van zelfstandige werken, waardoor ik een bepaalde productie moet halen, én ik moet ook commerciële technieken toepassen, dat wringt soms. Ik heb wel geleerd om het belang van bijvoorbeeld sociale media te relativeren. Het is niet omdat je veel likes krijgt, dat dat een directe impact heeft op je verkoop. Want uiteindelijk: like-like, klik-klik en het vluchtige voornemen om wel ‘ns zo’n boeket bloemen te kopen, daar heb ik weinig aan. Je mag je ook niet te erg laten vangen aan alle mooie foto’s op instagram die je bij andere ecotelers ziet. Je gaat te veel vergelijken van: ‘oh, dit staat daar al in bloei, maar ha, dat doe ik dan weer beter’.

Wat veel sterker werkt is community, je hebt andere mensen nodig, mondreclame, via-via. Het feit dat ik aanwezig ben in twee bulkwinkels en op een boerderij en wel ‘ns een marktje doe, dat heeft me een heleboel klanten bezorgd. Ze zien de bloemen, ze zien mij, ik kan direct uitleg geven, vertellen waarom m’n bloemen eco-responsable zijn, en dat heeft veel meer impact dan sociale media.

Wat waarden betreft had ik vroeger meer criteria over wat de goeie weg is en wat niet, terwijl ik nu veel meer wik en weeg, niks is zwart of wit. Ik vind het bewonderenswaardig en positief stemmend dat er een enorme opkomst is van permacultuurcursussen en meer recent ook opleidingen tot ecologische bloemenkweker, maar soms vind ik het hoera-geroep ook wat overtrokken, die sfeer van ‘we gaan met z’n allen ecologisch kweken en het komt allemaal goed’. In werkelijkheid is het veel zwaarder dan al die cursussen laten uitschijnen, want hoe pinterest- en instagramwaardig je het allemaal ook kan maken, uiteindelijk ben je een boer of een boerin en je bent van zoveel dingen afhankelijk. Het is niet allemaal rozengeur en maneschijn en je moet heel sterk in je schoenen staan om met alle wisselvalligheden om te gaan. Dus soms vraag ik me af hoeveel mensen die cursussen volgen er effectief ook in de praktijk mee aan de slag gaan, en of de vercommercialisering niet stilaan dreigt. Het houdt me bezig, maar ik heb er geen sluitend antwoord op.

 

In welke mate vind je het belangrijk om je waarden uit te dragen?

 

Ik doe het vanzelf bij mensen die er al wat gevoelig voor zijn, maar stop er geen moeite meer in om tot alle prijs iemand te willen overtuigen van mijn grote gelijk. Uiteindelijk is mijn gelijk helemaal niet zo groot, ik blijf zelf onderhevig aan voortschrijdend inzicht. Uitdragen wil ik vooral via mijn bloemenverhaal, dat voelt goed.

Jaren geleden startte ik met een blog, maar geleidelijk ben ik geminderd met schrijven, ik voelde te veel druk om likes te verzamelen en comments te beantwoorden. Wat ook wrong: ik zat het grote woord te verkondigen, maar in de praktijk kreeg ik niet eens m’n eigen gezin mee. En nog een voorval dat me van het schrijven af bracht: in mijn laatste blogartikel schreef ik kritisch over bepaalde technieken die door sommigen binnen de permacultuur nogal naar voor worden geschoven als dé manier en toen kreeg ik een vlammende mail van iemand over wie ik één zin had geschreven. Die man sabelde me zowat neer. Ik besefte daardoor dat je moet uitkijken met wat je schrijft, en dat er goeroes met hele lange tenen zijn (lacht). Naarmate je meer leert, kom je losser te staan van al je grote overtuigingen, dat is ook een reden waarom ik niet meer schrijf en liever gewoon één-op-één met mensen praat.

 

Voel je je gesteund in wat je doet?

 

Gedeeltelijk wel, het is een spanningsveld, en het blijft altijd aftasten. In de buurt, in Soignies, was er een heel sterke transitiegroep. Door me daarbij aan te sluiten heb ik veel gelijkgezinden gevonden en ik heb er goeie vrienden aan overgehouden. Tijdens de lockdown-periodes was er een sterke solidariteitsgolf, met mondmaskers naaien en veel onlinecontact, daarna ontbrak de energie om live weer op te starten. Het repair café is wel een vaste waarde gebleven. Ik was ook betrokken bij een project voor planten- en zadenruil, maar doordat ik met de bloemen begon, had ik er geen tijd meer voor. Het botste ook met mijn onderneming: ik kon mensen in die ruilgroep moeilijk laten betalen voor planten, terwijl ik dat wel deed met klanten.

Wat de waarden betreft die ik voor mijn zaak hanteer voel ik me soms helemaal niet gesteund. Onlangs was het tulpendag: in Antwerpen kon je tulpen plukken op één of andere markt, de tulpen waren in België gekweekt. Om dat te kunnen doen moet je de bollen eerst extra koelen en dan worden ze in verwarmde serres gezet om in februari tulpen te kunnen hebben. Want buiten bloeien ze pas in april. Dat is dan een actie van de Vlam om de bloementelers een duwtje in de rug te geven, maar alle kleinschalige ecologische bloementeelsters – er zijn er meer en meer – voelen zich dan bedot, want je moet een bijdrage geven aan de Vlam en dan maken ze reclame voor iets wat jij niet kan bieden.

Voor de rest ervaar ik al heel lang dat we met ons gezin niet met de stroom meevaren. We kozen er in 2008 voor om uit het schoolsysteem te stappen en onze kinderen in te schrijven in een privé-schooltje waar aan zelfsturend leren en democratisch onderwijs werd gedaan. Het project sprak ons aan en het betekende dat we onze kinderen moesten aanmelden voor huisonderwijs. Je moet jezelf dan onderwerpen aan controles en een diploma behalen is allesbehalve evident. Geen van mijn beide zonen heeft een diploma. Voor de jongste is de stap naar de professionele wereld sowieso moeilijk, gezien zijn gezondheidsproblemen. De oudste is via zelfstudie en ondernemerschap helemaal z’n eigen weg aan het gaan, dat vind ik indrukwekkend om te zien.

Het is een uitdaging om je staande te houden wanneer je een weg los van de systemen kiest. Anderzijds maak ik ook gebruik van het systeem, de sociale zekerheid bijvoorbeeld, en ik heb ook coronasteun gekregen voor m’n zaak. Het zorgt ervoor dat je kan blijven doorgaan, en tegelijk maakt het je kwaad, want het is heel dubbel. Toch blijf ik het leuk vinden om te bewijzen dat het kan om tot op zekere hoogte niet mee te gaan in alle evidenties van de samenleving en zonder al te grote negatieve impact te leven.

 

Zie je redenen voor optimisme?

 

Goh, soms kijk ik het allemaal met lede ogen aan en lijkt het zo klein dat ik hier iets goeds probeer te doen op m’n minilapje grond terwijl er daarbuiten zo veel fout gaat. Kan permacultuur de wereld redden? Misschien wel, misschien niet. De enige mogelijkheid lijkt me om zo veel mogelijk te genieten van wat we aan het doen zijn. Ik denk dat dat het beste antwoord is op de vraag hoe om te gaan met alle acute problemen die er zijn. Je kan je snel laten meesleuren in negatieve gedachten. Vandaar het leuke aan mijn bloemen. Wat ook helpt: als je ergens iets begint te kweken, dan wortel je. Ik voel dat bijna letterlijk, er komen nog net geen worteltjes uit mijn voeten (lacht).

Verder wil ik niet al te principieel zijn. Ik zag ‘ns een documentaire over een voedselbos waarin iemand zei dat het goed is als je in je eentje probeert gezond en ecologisch te eten, maar het eigenlijk nog beter is om samen te eten, zelfs als het bij wijze van spreken rommel is, neem nu frieten of fastfood. Want je bent samen en je gaat daar voor jezelf meer aan hebben. Je kan niet van iemand anders verwachten dat die dezelfde kennis heeft of visie als jij, dus als je elkaar al maar een beetje raakt, kan je beter daarop focussen en er je energie uithalen.

 

5 kwesties die Cindy ter harte gaan:

  • het feit dat we ons als mens boven de natuur stellen en niet meer voelen dat we er deel van uitmaken. Alle andere kwesties vloeien daaruit voort:

  • klimaat

  • sociale ongelijkheid

  • uitbuiting

  • vervuiling …

 

Links:

Le Fabuleux Jardin

 

 

 

 

 

 

7 thoughts on “‘Er komen nog net geen worteltjes uit mijn voeten.’

  • Zo hartverwarmend open, mooi en eerlijk, RESPECT voor de onvoorwaardelijke trouw aan jezelf. RESPECT voor jullie “samen “ traject.

  • Hé Sandra, wat een mooie verhalen post jij steeds. Ik ben er steeds weer van onder de indruk hoe sommige mensen trouw aan hun waarden blijven en op die manier een mooi, intens maar ook niet altijd gemakkelijk leven hebben.
    Veel steun aan Cindy en haar familie. Op welke markt zou ik je kunnen vinden?
    Marleen

    • Dankjewel Marleen! Fijn om te horen dat de verhalen ‘aankomen’.

    • Dank je voor interesse, Ik hou de verkoop van mijn bloemen lokaal, meer bepaald Soignies en omliggende gemeentes en ik vermoed dat dat niet bij je in de buurt ligt. Het is meer dan waarschijnlijk dat er bij jou in de regio ook eco-bloementeelsters aan de slag zijn, die evengoed steun kunnen gebruiken. Vanaf mei tot oktober ontvang ik in mijn “fabuleux jardin” ook bezoekers op afspraak, waarbij ik graag mijn plantenkennis deel… (waar het hart van vol is …).

  • dank voor je mooie verhaal, Cindy ! veel geluk voor jou en je gezin ….. en de bloemen natuurlijk 🙂

    • 🙂 dank je Nele, Hoewel ik persoonlijk vind dat de eer vooral naar Sandra mag gaan die mijn verhaal in leesbare vorm heeft gegoten 😉

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.