Nee, dit is geen verhaal over Wuhan en virussen, wel over het nieuwste boek van klimaatjournaliste en -activiste Tine Hens. Misschien ken je haar al van 'Het klein verzet' uit 2015 of van haar artikels op MO*. In 'Het is allemaal de schuld van...' gaat ze in op een aantal 'klimaatdooddoeners' die telkens terugkeren in gesprekken en circuleren op sociale media. Je kent ze wel: 'Het is toch al te laat', 'We gaan toch niet terug naar de Middeleeuwen?' of de geliefkoosde van politici: 'We mogen niet alarmistisch zijn'. Tine Hens trok met haar vragen naar klimaatwetenschappers en glaciologen, demografen en materiaaldeskundigen in binnen- en buitenland en schreef een stevig weerwoord op 10 van de meest circulerende dooddoeners.
Op 21 januari 2019 was Tine Hens te gast in De Afspraak op Canvas. Ze sprak er over klimaatontkenning en wat je kan inbrengen tegen een klimaatontkenner wanneer je er één tegenkomt. De dagen daarop werd ze bedolven onder de bagger. ‘Domme gans’, ‘gefrustreerd mens’, ‘trut’, ‘indoctrineren met achterlijke klimaatwaanzin’ enz. Door de lezingen die ze geregeld geeft over het thema was ze de sceptische vragen al wel gewend, maar dit had ze niet eerder meegemaakt. Ze besloot enkele van de scheldtirades te beantwoorden, pakte de map met dooddoeners over het klimaat erbij die ze eerder had aangelegd en had de basis voor een nieuw boek.
Behalve ‘klimaatontkenner’ identificeert Hens trouwens nog een aantal andere types: van de ‘klimaathater’ die niks meer wil horen over dat klimaatgezeik tot de ‘klimaatvertrager’ die vindt dat we het vooral kostenefficiënt moeten aanpakken en rotsvast gelooft in de technologische vooruitgang die het wel voor ons zal oplossen, genre gigantische stofzuigers die CO² uit de lucht zuigen of vliegtuigen die permanent zwaveldeeltjes in de atmosfeer spuiten om kunstmatige koeling op te wekken. Terwijl we daarop wachten, hoeven we voorlopig alvast niks te doen.
Eigenlijk kan je dit boek gerust aanbevelen als zakboekje voor wie goed bewapend aan een klimaatgesprek wil beginnen. Als er weer zo eentje afkomt met ‘overbevolking is het probleem, maar dat is een taboe dat niemand durft doorbreken’, sla je gewoon bladzijde 69 open en zeg je ‘sorry, maat, maar wist jij dat sinds 1963 het tempo van bevolkingstoename afneemt en dat vrouwen wereldwijd nu gemiddeld 2,4 kinderen krijgen en er zoiets bestaat als peak child, het kantelpunt waarop er nooit méér mensenkinderen op deze planeet zullen rondlopen? De kans is reëel dat we nooit met meer dan 10 miljard zullen zijn. En nog iets: misschien kan jij spontaan aanbieden dat je voor je 80e voor euthanasie kiest, dan zijn we weer met eentje minder.’
Verhelderend werken ook de soms heel korte analyses aan het begin van elk hoofdstuk over wie de betreffende dooddoener bedacht. Soms volstaat Hens met ‘welgestelde, witte mensen’, ontnuchterend vaak gaat het over de fossiele industrie, lobbygroepen die ermee samenhangen of conservatieve denktanks.
Verder vind je in ‘Het is allemaal de schuld van …’ allerlei dingen om vooral stil van te worden en je te verwonderen. Over het eindeloze geheugen van ijs bijvoorbeeld, waardoor je met een boring van twintig meter diep iets kan te weten komen over het weer 200 jaar geleden. Dat het broeikaseffect al in 1856 ontdekt werd door de Amerikaanse Eunice Foote die in haar keuken een onderzoek met gassen en de invloed van zonlicht deed en daarover publiceerde, maar niet publiekelijk kon spreken over haar ontdekking omdat de American Association for the Advancement of Science nu eenmaal geen vrouwen toeliet. Of nog: dat bomen letterlijk kunnen kreunen onder hitte en droogte. Wanneer water in de bodem schaars wordt, zuigen ze met hun diepe wortelstelsel minuscule luchtbelletjes op, waardoor op de duur watervaten barsten en het overleven van de boom bedreigd wordt. Elk knappen van een haarvat kan bij een boom in nood door een gevoelige microfoon worden opgevangen als een soort klik.
Een boeiende vraag die Tine Hens opwerpt is of we alarmistisch mogen of zelfs moeten zijn. Zij kreeg meer dan eens het verwijt veel te negatief te zijn en dat je met zulke boodschappen mensen alleen maar van de kwestie afkeert. Wanneer ze hierover te rade gaat bij klimaatwetenschappers, krijgt ze te horen dat kennis stap één is, maar dat je daarna op oplossingen moet gaan focussen, kwestie van de moed niet te verliezen. De Nederlandse filosofe Lisa Doeland maakt een onderscheid tussen alarmisme en apocalyptisch denken. Terwijl alarmisme niet meer is dan oog hebben voor wat grondig misgaat en anderen daarop attent maken zonder de feite te verfraaien, gaat apocalyptisch denken over een plotse en indrukwekkende instorting van het gekende. Het tweede kunnen we niet gebruiken, het eerste hebben we nodig om de ogen te openen en in actie te komen. Doemdenken ziet Doeland als een vorm van verzet tegen een opgedrongen normaliteit, als een oproep tot verandering.
En daar knelt natuurlijk het schoentje. Heel langzaam begint het besef door te sijpelen dat met cosmetische ingrepen, de belofte om ergens ver weg wat bomen te planten, hier en daar een belasting, nog meer technologie en evenveel rijden maar dan in elektrische auto’s we er niet gaan komen. De politiek wil nog niet goed mee en de druk van de meest vervuilende industrieën om vooral de winstmodellen te kunnen voortzetten is gigantisch. Maar de realiteit is dat economieën niet eindeloos kunnen groeien en dat de verandering die we vrezen niet in de toekomst ligt. In de feiten zitten we nu al in een andere wereld: naar verluidt leven we op dit moment met een opwarming van meer dan 1 graad.
Actie dus. Bekijken wat je zelf kan doen aan je levensstijl en verder proberen onze overheden wakker te schudden. Met klimaatzaken, marsen, burgeractivisme, feitenkennis delen en desnoods burgerlijke ongehoorzaamheid. Zegt daar iemand: ‘Het is te laat’? Lees dan bladzijde 200-222 van ‘Het is allemaal de schuld van de Chinezen’. Tot slot: in haar inleiding schrijft Hens dat ze geen wanhoop wil voeden. Wel bewustzijn aanscherpen. ‘En liefde, liefde voor de onmetelijke schoonheid van deze planeet’.