‘Ik wil niet vechten tegen het wilde van deze plek’

Onderstaand gesprek maakt deel uit van de reeks ‘Het goede leven / hack the system’, waarin gewone en tegelijk bijzondere mensen vertellen wat voor hen ‘het goede leven’ is en hoe ze zich losmaken van de dwingende normen van een door hyperkapitalisme gedomineerde samenleving.

Bij Heidelien kom je wanneer je vanaf het station en het centrum van Aalst het omliggende platteland in fietst. Het laatste stuk van de route is een naamloze weg met plassen, kasseien en modder, extra pittig op de fiets. Je kan haar huisje, dat in bebost moerasgebied ligt, zonder meer ‘tiny’ noemen. Ons gesprek wordt gekleurd door wassend water: het heeft de afgelopen dagen flink geregend en voorlopig lijkt het niet te zullen stoppen. De picknickbank in de tuin komt alsmaar dieper in het water te staan. De plassen die je vanuit alle ramen ziet, lijken met het uur groter te worden. Hier wordt duidelijk in nauw contact met de elementen geleefd en dat is precies hoe Heidelien het wil.

 


Zelfvoorzienend leven vind ik heel belangrijk. Het hoeft niet 100 % te zijn, maar gewoon je plan kunnen trekken en onafhankelijk zijn. Eigenlijk draait zowat mijn hele leven daarrond. Het is begonnen toen ik samen met mijn ex Mier oprichtte: eigen eten kweken, zelf wasproduct maken, eigen verwarming. Het is geleidelijk gegroeid en later heb ik beseft dat het vooral mijn ding was om telkens een stapje verder te gaan: wat valt er nog te minimaliseren of eenvoudiger te doen? Ook nu ben ik daar nog altijd mee bezig.

Ik verwarm met één kleine houtkachel en heb een gasfles om te koken. Buiten heb ik een composttoilet, maar plassen doe ik doorgaans gewoon in het bos. Zalig ‘s nachts trouwens, zo onder de sterrenhemel. Ik heb een warmwaterboilertje van 10 liter dat ik alleen gebruik om te douchen. Een warme douche beschouw ik als een luxe. De boiler gebruik ik niet om af te wassen.  Regenwater komt via de regenpijp in een kleine tank en dan in een grote wilgenwatertank. Ik heb die vorige lente samen met anderen gebouwd en er kan 2500 liter water in. Het heeft een half jaar geduurd voor er ook maar iets in stond, pas vanaf september begon hij vol te lopen en nu is hij helemaal gevuld. Ik heb ook twee plastic tanks waar zo’n 200 liter water in kan, die had ik al voor de wilgentank. Vorige zomer was kurkdroog en gelukkig zaten die twee tanks quasi vol. Ik heb daarmee ongeveer heel de zomer moeten toekomen.

 

De evidentie van water uit de kraan is er niet?

Nee, en ergens vind ik dat ook wel goed. Ik kan hier een pomp installeren en m’n watervoorziening aanleggen als in een gewoon huis, maar op deze manier blijf ik me veel meer bewust van mijn verbruik. De kraan laten openstaan is hier geen optie. Vorige zomer heb ik gemerkt hoe kostbaar water is. Ik zat echt te hopen dat het ging regenen. Door megaspaarzaam te zijn heb ik geen enkel moment zonder water gezeten. Ik heb een spontaan rietveld en had het plan om een natuurlijke waterzuivering aan te leggen om regenwater tot drinkwater te zuiveren, maar als die planten, die helofietenfilter, geen water krijgen, dan gaan ze snel dood. Ik wilde niet mijn kostbare water in die filter kieperen, dus heb ik dat plan moeten uitstellen. Je moet altijd rekening houden met wat je voorhanden hebt.

Op het dak lagen al zonnepanelen toen ik hier introk, maar ze waren niet aangesloten. Dus in het begin nam ik mijn batterij mee naar mensen die op het reguliere 220V elektriciteitsnet aangesloten zijn, laadde ze daar op en stak ze hier weer in. Intussen heb ik een lief die verstand heeft van techniek en is mijn systeem al verbeterd. Er zijn nu drie zonnepaneeltjes aangesloten en dat is voldoende om mijn laptop en gsm op te laden en voor verlichting. Het is minder evident in de winter, maar het lukt. Tot voor kort gebeurde het wel dat ‘s avonds ineens het licht uitviel en dan wist ik ‘oh ja, het is op, kaarsen aansteken’. Ik zat hier vaak met kaarslicht, m’n afwasje te doen bijvoorbeeld. Dat was wel uitdagend. Intussen hoef ik niet meer zo spaarzaam te zijn, maar ik kies er bewust voor om mijn elektriciteitsverbruik zo veel mogelijk te beperken. Voor mijn laptop vind ik dat een goeie zaak. Ik sluit hem nooit aan terwijl ik werk, zodat ik niet eindeloos kan blijven doorwerken. Ik heb alleen maar elektriciteit buiten mijn woonruimte, dus wanneer mijn laptop moet opladen, word ik gedwongen om iets anders te gaan doen. Ik vind het wel goed dat ik niet aan het scherm kan blijven plakken, want ik word daar eigenlijk niet zo blij van.

In het begin was het veel meer prutsen en overleven. Niet alleen met elektriciteit en water. Er lag nog een voorraadje brandhout, maar dat kwam onder water te staan. Gaandeweg is er wel een upgrade gebeurd en er zijn nog dingen die ik wil realiseren, zoals een manier om buiten te koken. Toen het zo moeizaam ging, heb ik nooit gedacht ‘ik wil hier weg’, maar wel ‘zie me hier nu bezig’ (lacht). Soms was het heel vermoeiend, maar anderzijds kon ik me ook niks anders voorstellen.

 

Waarom is zelfvoorzienend zijn zo belangrijk voor jou?

(Denkt na.) Goeie vraag. Omdat ik me anders gevangen voel in het systeem. Ik heb ooit wel nine to five gewerkt in een normale job en in een gewoon huurhuis gewoond, maar ik werd daar ongelukkig van, en ook fysiek ziek. Het vergt te veel van mij, ik kan niet dag na dag gewoon hetzelfde doen en het gevoel hebben dat ik niet de keuze heb om mijn tijd in te vullen zoals ik wil. Als je nine to five werkt, kan je met dat geld dingen kopen. Bij mij is dat niet zo, dus moet ik er zelf voor zorgen. Ik voel dat ook gewoon aan als leven (lacht). Je kan zeggen: je hout staan klieven, dat is toch keiveel werk en supervermoeiend. En ja, dat is zo, maar ik voel het niet aan als werk, ik noem dat gewoon zien dat je kan leven.

Ik stel me altijd voor dat die nine to five iets is wat je niet graag doet. Dat je dan de hele tijd bezig bent met bedenken wat je allemaal kan gaan doen wanneer je thuis bent en daar een hoop stress van krijgt. Als je job op zich al stresserend is, stapelt al die stress zich op en dan ben je gewoon aan het overleven. Overdag ben je aan het dromen wat je ‘s avonds nog kan doen, maar ‘s avonds ben je uitgeput en lukt het niet meer.

 

Hoe moet ik me dat voorstellen, zelf je tijd invullen?

Niet zo spannend, hoor (lacht). Ik sta zelden op met een wekker, blijkbaar heb ik dat nodig, veel tijd om op te staan. Ik maak op m’n gemak mijn ontbijt, of ook niet. Ik steek m’n kacheltje aan, en verder is dat nu in de winter vaak hout klieven, zorgen dat alles hier draaiend blijft. Gisteren ben ik naar De Warme Meente geweest, daar kweek ik mijn voedsel.

De Meente is meer dan een zelfpluktuin, er is geen boer die de grond bewerkt. Iedereen betaalt een jaarlijks abonnementsgeld en kan de plek dan gebruiken en oogsten naar believen, met respect voor alle andere gebruikers. Je moet er dus werk insteken om er iets uit te halen, maar het is wel supertof. In de zomer is het een festijn, dan zijn er vijgen en pruimen, abrikozen en perziken. Het is ook een sociaal gebeuren, je staat daar niet alleen te tuinieren. Het was nu lang geleden dat ik er geweest was en elke keer dat ik er ben, geniet ik er heel hard van en denk ik: ‘waarom moest dat zo lang duren?’. Je moet wel de beweging er naartoe maken, voor mij is het twintig minuten fietsen. Anderzijds, wanneer ik naar winkels ga, moet ik langer fietsen. Voor voeding ben ik dus niet zelfvoorzienend, ik haal zo veel mogelijk uit de Meente. Voor de rest koop ik in bulk, ik ben heel blij dat er in Aalst een bulkwinkel is.

 

Kan je hier op jouw terrein niet moestuinieren?

Tja, nu staat het onder water hè (lacht). Ik heb sinds ik hier woon drie boompjes geplant en wat kruiden en waarschijnlijk ga ik nog wel wat dingen uitproberen, maar ik wil niet vechten tegen het wilde van deze plek. Doordat ik het zo laat, zie ik heel veel vogels, en bijna dagelijks reetjes. Wilde dieren, dat gaat niet goed samen met een moestuin. Reeën en een mooie krop sla, da’s geen match. Eigenlijk is De Meente mijn moestuin.

 

Je werkt ook deeltijds?

Ja, ik geef sinds vorig jaar tuinbouwles in een Steinerschool, 3 uur per week aan leerlingen van 12 tot 15 jaar. De ene les of klas gaat al beter dan de andere en ik heb er heel veel voorbereiding aan, maar ook veel voldoening. Voltijds zou het me niet lukken. Ik snap niet hoe voltijdse leerkrachten dat doen, maar ik heb wel veel bewondering voor hen die dag in dag uit voor de klas staan. Misschien stop ik er te veel energie in. Ik zou alleen nog met de school bezig zijn en enkel leerkracht zijn is niet mijn intentie.

 

Niet jouw identiteit ook?

Hm, ja, wat is dat, mijn identiteit? (lacht). Niet leerkracht. Maar wat dan wel, ik weet het niet precies. Als mensen me vragen ‘Wat doe jij?’, waarmee ze bedoelen ‘Wat voor job doe je?’, dan zeg ik ‘leerkracht’, om er vanaf te zijn. Mensen kunnen zich daar iets bij voorstellen, maar eigenlijk voel ik me niet echt een leerkracht.

Eerder was ik werknemer van Rasayana, de vzw die ik zelf heb opgericht, en dat vond ik altijd moeilijk om uit te leggen.

 

Wat is de insteek van je vzw?

In het doel van de vzw staat: kijken naar voorouderlijke wijsheid en hoe we die nu kunnen implementeren, dus eigenlijk komt dat neer op heel simpel leven. Vroeger voor de industriële revolutie leefden we alleen met de natuur, geen plastic, geen machines. Da’s ook wel wat ik hier voor ogen heb, zo weinig mogelijk machines. Onlangs gebruikte ik na heel lange tijd nog ‘ns een blender en dat voelde dan wel als verraad ten opzichte van m’n principes (lacht), maar ik ben er alweer mee in het reine. Als je zo je kikkererwten in een grote vijzel moet fijnmaken om hummus te maken, dat is toch wel veel werk. Terwijl het tegelijk z’n charme heeft. Alles wat ik hier doe, vergt gewoon veel meer tijd. Als ik wil afwassen moet ik eerst water opwarmen op de kachel, dan vul ik m’n teiltjes, was ik af en ga ik het water uitkieperen bij m’n rietveld. Allemaal kleine stapjes die ik moet nemen, terwijl je anders gewoon de stop uit je wasbak trekt en klaar.

Voorlopig kan ik nog niet zonder techniek leven, zonder laptop en zonder smartphone. Zonder laptop kan ik geen les geven want tegenwoordig moet je alles in smart school stoppen, lesinhouden, opdrachten, zelfs voor een vak als tuinbouw. Of ik zou mijn lesvoorbereidingen op school moeten doen.

 

 

Voel je je begrepen of gesteund in je manier van leven?

Ja, de meeste mensen vinden het hier fantastisch, maar ze zien niet de downsides. Mijn zus vindt het geweldig, maar is veel meer aan comfort gehecht. Ze zei ‘ns: ‘Als jij er niet bent, dan kom ik hier wel op vakantie.’ Toen ik zei: ‘Ja, waarom niet, maar dan moet je ook de kachel aansteken,  je kan maar beperkt douchen en alleen buiten naar het toilet gaan.’, was de interesse direct al minder groot. Het lijkt veel meer rozengeur en maneschijn dan het is, maar ik heb nog niet gemerkt dat mensen het totaal niet begrijpen of raar vinden. Die reactie heb ik nog niet gehad, of ze zeggen het niet openlijk. Ik wil het grotere comfort ook niet helemaal uitbannen. Mijn lief woont in de stad en ik kan me ook wel ‘ns laven aan een warme douche. Die kleine dingetjes apprecieer ik dan veel meer. Maar permanent in al dat comfort leven kan ik niet. Als je het niet ziet zitten om voltijds te werken om daarna te consumeren, moet je alternatieven zoeken. Dat brengt mij op deze plek en dat vind ik fantastisch. De minpunten moet je er gewoon bijnemen.

 

Wil je jouw manier van leven graag delen?

Ja, eigenlijk wel. Als mensen zeggen dat ik hen inspireer, en dat hoor ik wel ‘ns, vind ik dat het mooiste compliment ooit. Ik heb onlangs een lezing gegeven over mijn manier van off-grid leven en dat was een groot succes. Aansluitend daarop heb ik hier een rondleiding gedaan, en daar was ook weer veel enthousiasme voor. Mensen worden gevoelig voor het thema nu de energieprijzen zo gestegen zijn. Ik heb geen technische uiteenzetting gegeven, wel verteld wat je allemaal kunt doen om met minder ook nog comfortabel te leven. Dat was tof om te doen en het zette mensen aan het denken over eenvoudige dingen: een eierkoker, eigenlijk hebben we dat niet nodig, en een bamboe stoommandje, dat werkt ook.

Daarna ben ik gaan aankloppen bij Avansa en zij reageerden ook enthousiast. Er komt binnenkort een lezing in Aalst en ik zal in de toekomst mijn boodschap nog verder verspreiden op verscheidene locaties en met andere organisaties. Ik kan dat onder de paraplu van Rasayana doen, het sluit perfect aan bij de missie van de vzw.

 

Nog een vorm van inspiratie is bushcraft. Sommige organisaties focussen vooral op oude technieken, terwijl andere meer de nadruk leggen op survival. Ik vind het primitieve superinspirerend. Je doet het alleen met wat je uit de natuur kan maken, een pot uit hout, lijm uit botten. Dat laatste heb ik nog niet gedaan, maar ik vind het fascinerend. Ik denk ook aan levende bruggen, gemaakt van bomen die over een rivier heen worden gevlochten, zoals je in India ziet. Levende constructies vind ik geweldig. Mijn wilgenwatertank is daar ook een voorbeeld van. Het ontwerp ontstond vanuit de gedachte dat als we palen in de grond staken die uiteindelijk zouden gaan rotten. Ook staal of beton zou roesten of verweren. Zo kwamen we op het idee van een levend wilgenframe. De EPDM-folie die erin zit, gaat natuurlijk niet eeuwig mee, maar voor de rest is het een levende constructie.

 

Wat zijn je waarden?

Om te beginnen op een zo natuurlijk mogelijke manier leven. Veel mensen zijn sterk vervreemd van de natuur: als het zomer en winter altijd 23 graden is in je huis, dan weet je niet of het koud of warm is buiten. Hier ervaar ik de elementen echt, ik zie hoeveel water er nu is, en als het waait dan weet ik het ook, ik word veel meer blootgesteld, hoewel ik hierbinnen warm en droog zit.

Wanneer ik uit de stad thuiskom, dan valt er echt een rust over mij en besef ik dat het me toch erg opjaagt, het lawaai, machines die staan te draaien, piepjes, lichtjes. Ik ben totaal niet stressbestendig (lacht), dus ik zoek echt rust. Die ervaren op mijn woonplek is enorm belangrijk. Ik denk dat alle impulsen veel meer binnenkomen dan we beseffen, maar we voelen het niet meer omdat we er constant aan blootgesteld zijn. Pas door hier te zijn besef ik hoe sterk de omgeving op me inwerkt. Ook mentale rust hoort erbij. Niet te veel werken voor geld omdat het mij te veel stress bezorgt.

 

Voel je je tegengewerkt door het systeem?

Men heeft liever dat je voltijds werkt, zodat er, naast de dagelijkse was en plas, geen tijd meer rest om na te denken. Men wil dat je slaafs volgt wat men van jou verlangt en als het niet meer gaat, slik je een pil en doe je verder. Wie meedraait in de mallemolen en aan het net hangt, betaalt. Soms betaal je enkel de dure rekeningen, soms betaal je met je gezondheid. Bewust kiezen voor een laag inkomen lijkt onmogelijk voor het systeem. Men verdenkt je meteen van gesjoemel.

 

 

Je hebt ook langdurig gereisd. Is dat iets essentieels? Of voel je je intussen gesetteld?

Daar ben ik nog niet uit. Ik vertrok op m’n 36e nadat mijn relatie stukliep en alles wat ik had opgebouwd in duigen leek te vallen. Ik had geen idee wat ik anders kon doen dan reizen, het was letterlijk een vlucht. Ik had nog nooit buiten Europa gereisd, zeker niet in m’n eentje, en had hooguit twee uur gevlogen. Vertrekken was de beste beslissing van m’n leven, misschien ook wel de eerste, want daarvoor liet ik altijd alles afhangen van mijn partner. Ik heb veel inspiratie gehaald uit mijn reizen.

Het was mijn bedoeling om de hele wereld rond te reizen, maar dat is me niet gelukt (lacht). Ik was geneigd om westerse landen te kiezen: Nieuw-Zeeland, Australië, een stukje Tasmanië. Grappig was Fiji, ik dacht dat dat ook westers was, maar dat was totaal niet het geval. Verder ben ik ook in Indonesië geweest en in Nepal ben ik gestart. De eerste maand ben ik met mijn zus gaan trekken in de Himalaya. Daarna keerde zij terug en reisde ik verder.

Na die reis heb ik via-via een ingerichte camionette kunnen kopen om in te leven. In Australië en Nieuw-Zeeland deden ze dat ook allemaal en ik dacht: als ze dat daar kunnen, dan kan dat hier ook (lacht). Ik ben twee maanden thuis geweest, heb de camionette nog wat verbouwd en ben dan weer vertrokken. Naar Portugal met een vriendin, naar Devon, Cornwall, Wales, Schotland, opnieuw Wales en dan terug naar België. Ik heb in eigen land ook nog een tijd rondgetrokken en ten slotte ben ik in een yoert beland in de winter met veel liefdesverdriet (lacht). Dat ging me niet af, dus vertrok ik weer. In Thailand en Myanmar heb ik de winter overbrugd. Toen ik terugkwam, brak corona uit, het was de eerste week van de lockdown en ik was opgereisd. Ik voelde de nood aan een thuisplek. Met de camionette dacht ik: ik heb m’n rijdend huisje, maar ook al was het geweldig, het was tegelijk vermoeiend. Na ongeveer een half jaar ben ik in een co-housing terechtgekomen, en later op deze plek.

 

Viel het mee om alleen te reizen als vrouw?

Tijdens mijn eerste reis heb ik tamelijk veel gelift en dat was soms wel spannend (lacht). Ik heb heel leuke momenten beleefd, superchill, maar ook momenten dat ik me kwetsbaar voelde en dacht ‘dit klopt niet, als het maar goed afloopt’. Uiteindelijk is me nooit iets ergs overkomen. Ik heb bewust gedacht: ik kan helemaal in paranoia gaan en denken dat elke kerel een verkrachter is, maar ik kan ook geloven in de goedheid van de mensen, dat de meesten het gewoon goed voor hebben en dat is ook zo.

 

De 5 meest acute kwesties volgens Heidelien (niet per se in deze volgorde):

  • workload, burnout

  • vervreemding van de natuur

  • vervanging van de natuurlijke wereld door de virtuele van beeldschermen

  • gebrek aan politieke wil en moed om de ecologische crisis aan te pakken

  • het onrealistische karakter van de groene transitie. Waar halen we de grondstoffen vandaan om iedereen elektrisch te laten fietsen, autorijden en verwarmen? Bovendien wordt de milieukost van de ontginning in Zuid-Amerika of Portugal totaal niet in rekening gebracht.

 

 

3 thoughts on “‘Ik wil niet vechten tegen het wilde van deze plek’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.