Wanneer je met Marieke Weckhuyzen praat, valt het woord klimaat heel veel keren, in allerlei samenstellingen. Van klimaatemoties en klimaatbetrokkenheid tot klimaatgesprekken en klimaatspagaten. Onvermijdelijk, want Marieke is actief als klimaatcoach voor vzw KlimaatContact en werkt daarnaast in psychotherapiepraktijk ‘Voeten in het zand’ als één van Vlaanderens eerste klimaatpsychologen.
Vanwaar jouw klimaatbewustzijn?
Ik ben er voor een deel mee opgevoed, maar was er eigenlijk tot enkele jaren geleden niet zo sterk mee bezig. Tot de schoolstaking voor het klimaat van Greta Thunberg. Haar actie heeft mij echt wakker geschud over de urgentie. Waarom deed ik niets, hoewel ik wist dat er een probleem is? Wat later kwam ik toevallig reclame tegen voor een online workshop van KlimaatContact. Ik las wat op hun website, voelde een match en schreef me in.
Die workshop voelde voor mij als thuiskomen. Vanaf het moment dat ik me meer bewust was van de urgentie had ik me vaak machteloos, alleen of schuldig gevoeld. Ik probeerde wel klimaatbewuster te leven, maar het viel me dikwijls zwaar in een samenleving die toch vooral draait op business as usual. Ik dreigde er ook te ver in te gaan. Wanneer ik denk dat iets goed is om te doen kan ik er nogal in opgaan en perfectionistisch worden. Ik had dat bijvoorbeeld met ecologisch verbouwen. Ik verdiepte me in ecologische materialen, onderhandelde met aannemers – die me regelmatig uitlachten – , en besloot vervolgens vaak ‘ok, dan doe ik het wel zelf’ terwijl dat niet echt mijn ambitie was.
Wat ik geweldig vond toen ik KlimaatContact ontdekte, was de verbinding en samenwerking met anderen. Andere mensen bleken ook met het thema bezig. Een coach zette de hoofd- en bijzaken uiteen over wat meer en minder klimaatimpact heeft. Dat verhinderde dat ik zelf hopen tijd verloor aan research terwijl ik eigenlijk gewoon probeerde als burger goeie keuzes te maken. In mijn eerdere struggle zat veel onmacht: moest ik geen IPCC-rapporten doorspitten en een klimaatspecialist worden zodat ik alle antwoorden zou hebben? Dat zag ik niet zitten. Wat ik van KlimaatContact meekreeg was: basisinfo is genoeg om als burger keuzes te maken. We weten voldoende over de basisrichting die we uit moeten. Die komt neer op minder CO² en minder methaan, en het feit dat technologie helaas niet alles gaat oplossen. Verder ook: niet overdrijven, mild zijn voor jezelf en anderen, je niet laten misleiden door greenwashing. En tot slot je niet in details verliezen wanneer je voelt dat het allemaal te veel wordt.
Intussen begeleid je zelf ook groepen als klimaatcoach?
Ja, ik volgde de driedaagse training tot klimaatcoach en gaf de voorbije jaren enkele workshopreeksen. Bij deelnemers en coaches kwam vaak de frustratie naar boven van ‘allemaal goed en wel die voetafdruk, maar wat voor zin hebben mijn inspanningen in mijn huishouden terwijl de wereld verder draait alsof er niks aan de hand is?’ Om aan die begrijpelijke frustratie tegemoet te komen is de focus van de workshops meer en meer verschoven van voetafdruk naar handafdruk.
Handafdruk heeft te maken met wat je zelf kan doen om anderen te inspireren. Wat kan jouw rol zijn in de klimaattransitie, wat past bij je? Toegepast op mezelf: ik vond het heel fijn om te merken dat de vaardigheden die ik als psycholoog heb – bezig zijn met mensen, verbinden, groepen coachen – ook een waardevolle rol kunnen spelen in de klimaattransitie. Laat mij dat maar doen in plaats van rapporten lezen!
Waar voetafdruk gaat over je impact zo klein mogelijk maken – waarin je per definitie op een grens stuit omdat je nu eenmaal moet eten, wonen, werken, leven – gaat handafdruk over wat jouw positieve impact kan zijn. Dat is heel breed en enkel begrensd door je eigen persoonlijke draagkracht.
Kan je wat voorbeelden geven van handafdruk?
Een eerste belangrijke handafdruk is: praten met mensen over het klimaat. Binnen KlimaatContact noemen we dat ‘de zwijgspiraal doorbreken’. Uit onderzoek blijkt dat heel veel mensen bezorgd of angstig zijn, worstelen met vragen over hun toekomst of die van hun kinderen, maar toch spreken ze er weinig over. Dat kan een negatief effect hebben, want we zijn nu eenmaal groepsmensen. We horen graag bij de meerderheid en gedragen ons daarom vaak naar de norm. Zo kunnen mensen besluiten dat als niemand erover spreekt ze zelf ook zwijgen. Waardoor het gevoel van urgentie in slaap gewiegd kan worden.
Maar handafdruk is veel breder dan praten over de klimaatcrisis. (Marieke spreidt een aantal kaartjes met pictogrammen uit op de grond en geeft toelichting.)
Het kan gaan over: ben jij een actievoerder op het podium, of eerder diegene die mensen bijeen brengt, een locatie voorziet of de boel achter de schermen organiseert? En wie is diegene die de bijeenkomst gezellig maakt met wat humor of een lekker hapje?
Ook vragen naar klimaatvriendelijk aanbod is handafdruk. Je weet bijvoorbeeld dat er in een bepaalde koffiebar geen plantaardige melk is, maar toch vraag je ernaar, om te tonen dat de behoefte er is. Of je mailt naar je bank met de vraag hoe klimaatvriendelijk hun pensioenspaarfonds is. Je contacteert je stadsbestuur omdat er nog geen autodeelproject is en je je afvraagt wanneer dat er komt.
Sociale media inzetten ligt niet iedereen, maar voor sommigen is het motiverend om posts te delen of te liken, om zo te tonen dat er een draagvlak is. Aangeven dat je vindt dat het huidige klimaatbeleid tekortschiet door deel te nemen aan een betoging of actie, is ook handafdruk. Net als anderen helpen die op zoek zijn door de richting te wijzen. Of mensen complimenteren die ermee bezig zijn, zodat ze weer wat extra energie krijgen.
De manier waarop je je geld besteedt kan zowel voetafdruk als handafdruk zijn. Wat je koopt en hoeveel CO²-uitstoot vermeden wordt door jouw aankopen is voetafdruk, maar welke winkels je zo al dan niet steunt om te overleven en groeien is handafdruk. Welke winkels, bedrijven en banken passen voor jou in een klimaatvriendelijke toekomst en kunnen jou tot hun klanten rekenen? Waar trek je je grens?
Er zijn nog veel meer soorten handafdruk te bedenken. Een vaak vergeten soort die ik zeker nog wil vermelden is ‘voorleven’. Sommige mensen verbergen hun inspanningen voor het klimaat uit angst om raar gevonden te worden of te worden uitgelachen. Maar uit onderzoek blijkt dat systeemverandering onder andere optreedt doordat mensen kijken wat anderen om hen heen doen en dat overnemen. Ervoor uitkomen is dus belangrijk.
Er komt zo te horen meer en meer psychologie bij kijken?
Ja, een workshop-avond van KlimaatContact bestaat uit korte basisinfo over een specifiek thema – wonen, consumptie, voeding, mobiliteit en reizen… – en daarna een gezamenlijke verkenning van de klimaatpsychologie via dat thema. We weten intussen dat informatie geven onvoldoende is voor gedragsverandering, zowel op individueel niveau als wat een hele samenleving betreft. KlimaatContact zoekt daarom handvatten in de gedragswetenschappen, in sociologie en maatschappijleer.
We hebben allemaal zogenaamde klimaatspagaten. Een stukje van mij wil klimaatvriendelijk leven en een deel van de oplossing zijn, een ander stuk van mij stuit op ‘maren’. Maar het is zo moeilijk, maar ik wil niet elke dag ruzie hebben met mijn huisgenoten over de verwarming, maar ik moet ook op m’n werk geraken en dat gaat niet met openbaar vervoer etc. Begrijpelijke dilemma’s, over zaken die allemaal belangrijk zijn.
Spagaten gaan dikwijls samen met schaamte en schuldgevoel. Dat maakt dat het een geladen thema is en de meesten van ons geneigd zijn om ervan weg te blijven. Maar uit de psychologie weten we: als je durft voelen wat je voelt en als je begrijpt waar dit gevoel mee te maken heeft, dan wordt je behoefte om het weg te duwen kleiner, kan je het toelaten en kan het een rol spelen bij elke nieuwe keuze. Als je je eigen psychologie leert kennen over klimaatthema’s dan helpt dat ook om met andere mensen om te gaan en mild te zijn voor hun struggles.
En dan komen we terug bij het klimaatgesprek. Het belangrijkste onderdeel van een workshop-avond is klimaatgesprekken oefenen. We zetten daarvoor een aantal gespreksvaardigheden in de kijker en gaan erop oefenen. Velen van ons willen liefst zo snel mogelijk anderen overtuigen en mee krijgen. ‘Dit is klimaatvriendelijker, ik doe dat zus en zo, het is helemaal niet zo moeilijk.’ Dat kan snel vervelende situaties opleveren of mensen gaan je vermijden omdat ze je een zeurpiet of een betweter vinden.
Daarom oefenen we vooral op praten met mensen startend bij waar ze zich bevinden: hoe voelen zij zich bij het thema op dit moment? Dat betekent: veel meer luisteren dan zelf te spreken. En wanneer je zelf praat gewoon jouw persoonlijke verhaal vertellen. Wat drijft jou, wat vind je moeilijk, wat zijn jouw klimaatspagaten? Dat schept om te beginnen een veilige sfeer van mildheid en menselijkheid. Zonder die juiste sfeer zijn we geneigd het thema van tafel te vegen, bijvoorbeeld door het weg te lachen, over iets anders te beginnen of een dooddoener te lanceren als ‘Het is toch al om zeep’. Alleen in een veilige context durven we stilstaan, nadenken, voelen en twijfelen. En het is precies dat wat ons verder brengt en weerbaarder maakt.
Hoe begin je aan een klimaatgesprek? De meeste mensen zitten er waarschijnlijk niet op te wachten.
Vaak merken mensen dat ze, van zodra ze zich meer betrokken voelen bij de klimaatcrisis, allerlei ingangspoorten voor een gesprek zien. Anderzijds is het belangrijk om bij jezelf te checken: wil ik dat gesprek hier en nu aangaan? En lijkt de ander er ruimte voor te hebben? Als dat het geval lijkt, kunnen vele thema’s die regelmatig passeren in gesprekken te linken zijn aan het klimaat: van het nieuws en het weer tot de menukaart van een nieuw restaurant en je zomerplannen. Ook ‘out of the blue’ kan je een gesprek starten door iets te delen wat je gelezen of gezien hebt dat klimaatrelevant was, je gevoel hierover uitdrukken en vragen of de ander daar soms ook mee bezig is.
Het gaat over voelsprieten ontwikkelen, en tegelijk over kleine tussenstappen naar waarde schatten. Zulke gesprekjes voelen misschien pietluttig klein qua impact, maar het zijn stappen in de goeie richting. Hoe meer mensen dit doen, des te groter het effect.
Een belangrijk tussendoel is bijvoorbeeld ook: mensen laten voelen dat ze open met jou kunnen praten over hun klimaatstruggle, ook al weten ze dat jij sterk met klimaat bezig bent. Die reputatie heb je soms heel snel! In bepaalde groepen hangt dat blijkbaar op mijn voorhoofd geplakt terwijl ik er bijna nooit iets over heb durven zeggen (lacht). Dat maakt dat je alleen al daardoor als een bedreigende persoon kan voelen voor anderen en ze zeker met jou dit thema willen vermijden. Of je merkt dat ze zich spontaan gaan excuseren. ‘Sorry, maar ik ben met de auto gekomen’. Als je vervolgens laat blijken niet klaar te staan met oordelen, is er een belangrijke tussenstap gezet.
Persoonlijk vind ik dat soms wel moeilijk. Mensen kunnen erg defensief worden over hun keuzes, of vinden dat ze ‘recht hebben’ op bepaalde vormen van klimaatonvriendelijke luxe.
In dat geval is er ook helemaal niks mis mee om jouw gevoel uit te spreken. Als dat kwaadheid is of verontwaardiging kan je die aangeven, bijvoorbeeld door te zeggen: ‘Dit raakt me, ik vind het niet ok, voor mij ga je hierin over een grens als medeburger’. Dat kan onaangenaam zijn, maar het kan ook een goed gesprek opleveren en ook als het gesprek hierbij stopt, blijft het misschien wel hangen. Authentiek je kwaadheid uiten ten opzichte van een ander is eigenlijk een engagement, een manier om opnieuw verbinding te zoeken.
Naast je (vrijwilligers)werk als klimaatcoach ben je ook een privé-praktijk als klimaatpsycholoog aan het starten. Hoe ben je daartoe gekomen?
De klimaatpsychologische bril waarmee binnen KlimaatContact wordt gekeken heeft me daar zeker toe geïnspireerd. Ik begon me af te vragen hoe ik binnen een eigen praktijk als psycholoog en als psychotherapeut nog meer kon doen voor mensen die bezig zijn met klimaat. De workshops van KlimaatContact zijn geen therapeutische gespreksgroepen, en net dat stukje wil ik zelf wel bieden. Ik wil bijvoorbeeld mensen begeleiden die door hun engagement voor het klimaat zodanig in de problemen komen dat het hun functioneren tijdelijk ondermijnt. Ik hoor binnen bepaalde organisaties dat dat geregeld voorkomt.
Tijdens een event sprak ik eens met een docent die aan studenten les geeft over het klimaat en daar enorm mee worstelde. Hij vertelde dat hij aan die jonge mensen bepaalde cijfers, onderzoekresultaten en voorspellingen bijna niet meer durft te brengen. Soms overviel de angst hem: wat als iemand na mijn les een wanhoopsdaad begaat? Toen ik doorvroeg hoe hij daar dan mee omging, gaf hij toe dat hij het niet goed wist. Hij zei dat hij probeerde ook altijd een hoopvolle boodschap mee te geven. Toen ik daarna een lezing van hem bijwoonde, zag ik dat inderdaad gebeuren. Na de desastreuze cijfers en de onheilstijdingen kwam de hoopvolle boodschap. Ze klonk geforceerd en niet authentiek, wat op mij als effect had dat zijn geloofwaardigheid erdoor in het gedrang kwam. Zulke communicatie zal zijn studenten denk ik niet helpen om met hun eventuele klimaatemoties om te gaan. Op die manier les moeten geven is bovendien een constante bron van stress.
Andere moeilijkheden waar mensen in verstrikt kunnen raken, zijn: de neiging om vanuit je eigen grote betrokkenheid over je grenzen te gaan, of vereenzamen in je werk doordat het om een controversieel thema gaat en je vaak lastige reacties oproept en weinig erkenning krijgt. Ook je weg niet vinden in klimaatgerelateerd verlies kan voor problemen zorgen. Daarnaast kunnen mensen door hun gevoelens van onmacht in een angststoornis terechtkomen of depressief worden. En dan is er nog wat we ‘ecorexia’ noemen: mensen die houvast zoeken in heel ver gaan in het verkleinen van hun voetafdruk en daardoor bijvoorbeeld geen vrije tijd meer hebben of waardevolle relaties verliezen.
Naast mensen individueel begeleiden wil ik graag een groepsaanbod ‘veerkracht in tijden van klimaatcrisis’ organiseren binnen het systeem van de eerstelijnspsychologische zorg. Dit zorgsysteem wordt gefinancierd door de overheid en zet in op preventie. Kortdurende psychologische zorg kan mensen met lichte tot matige psychische stress weerbaarder maken en ervoor zorgen dat ze geen zwaardere problemen ontwikkelen. Ik denk dat een groepsaanbod over klimaatstress hierin zeker een plaats heeft. Ik heb een voorstel ingediend en nu is het wachten op eventuele goedkeuring en budget.
In Vlaanderen is klimaatpsychologie nog heel nieuw, toch?
In de VS, UK en Nederland staan ze er al verder mee, maar ook bij ons zijn er al heel wat organisaties mee bezig. Mensen die workshops over actieve hoop geven, bijvoorbeeld. Dat gaat ook over rouw, verbinding met anderen zoeken, de emotionele insteek van de problematiek. Ook KlimaatContact gaat ermee aan de slag. Het voorbije jaar konden alle vrijwilligers van de vzw die er nood aan hadden een drietal sessies volgen over klimaatemoties en een sessie over burn-outpreventie.
Er begint ook wat vakliteratuur te komen. Onlangs las ik: ‘The Clinical Guide for Climate Anxiety’. Ik merkte, en dat is maar goed ook, dat het vooral gaat over het vertalen van de kennis uit psychologie en psychotherapie naar het thema klimaat. We hoeven niet het warm water opnieuw uit te vinden. Het gaat over onmacht, over depressie, over angst, over dingen die gekend zijn.
Ik denk dat het vooral kwestie is om als therapeut voor jezelf te bekijken of je je er als mens – met ook je eigen klimaatemoties – ok bij voelt om er met cliënten intensief bij stil te staan. Dat geldt trouwens voor elk thema waarrond je psychotherapie aanbiedt. Ik heb zelf tijdens mijn vrijwilligerswerk bij KlimaatContact ondervonden dat ik klimaatbetrokken kan zijn zonder dat het emotioneel te intens wordt. Dat zit dus wel goed.
Waarom doe jij dit? Waarom precies dit thema?
Er zijn mensen die hoopvol spreken over ‘de onderstroom’. Het idee is dat een bepaald kritisch aantal mensen nodig is om te zorgen voor een tipping point en wie weet raken we wel op dat punt en komt er dan een omslag. Voor mij is dat idee niet mijn belangrijkste drijfveer, omdat ik niet weet of dat wel gaat gebeuren en of het op tijd zal zijn.
Ik hoop dat natuurlijk wel, maar ik denk dat wat ik doe eerder voortkomt uit een morele drijfveer. Ik wil in elk geval dingen geprobeerd hebben die me haalbaar lijken. Ik wil proberen om mee te duwen in de juiste richting, binnen mijn mogelijkheden, en dat kan los staan van de uiteindelijke uitkomst. Ik voel me dankbaar dat ik voor mezelf een rol heb gevonden die bij me past, en waar ik ook veel voor terugkrijg: ik vind er verbinding in, leer mensen kennen, enz.
Waarom specifiek dit thema? Omdat het zo alomvattend is. Ik sta er soms bij stil waarom ik bepaalde engagementen aanga en andere niet, hoewel ik er ook achter sta. Er is zoveel leed om je voor te engageren, van racisme tot Gaza. Waarom dan klimaat? Naast het feit dat ik niet zoveel tegelijk kan en dus keuzes maak, denk ik dat ik me zo betrokken voel bij de klimaatcrisis omdat het zo fundamenteel is: het gaat over alle mensen, alle dieren, de wereld.
Wat zeker ook meespeelt: ik heb vaak het gevoel dat ik nog meer moet weten over iets voor ik me erover mag uitspreken. In verband met de klimaatcrisis is de essentie voor mij duidelijk en ik heb geen enkele twijfel of aan de alarmbel trekken een goed idee is.
Hier vind je informatie over aankomende workshops van KlimaatContact.
Mariekes praktijk als klimaatpsycholoog kan je bereiken via info@voeten-in-het-zand.be
Je kan dit artikel gratis lezen. We bieden jou de inhoud graag aan en willen ook in de toekomst geen betaalmuren invoeren. Je kan ons helpen verder schrijven door een eenmalige of herhaalde gift via Petje Af. Alle beetjes helpen, dankjewel!