Leve de zelfverwoesting?

Zelfverwoesting bepleiten, het is eens wat anders. Wat Marion Donner doet in haar essay met de al even prikkelende ondertitel ‘Waarom we meer moeten stinken, drinken, bloeden, branden & dansen’ is veel genuanceerder, maar een titel die hard binnenkopt, trekt natuurlijk de aandacht. In essentie richt Donner zich tegen de huidige maakbaarheidscultuur en zelfverbeterdrift.

 

Zelfhulpindustrie

Zelfhulpboeken vliegen de boekhandels uit, TED-talks worden massaal bekeken. We doen aan mindfulness, willen weten hoe we betere keuzes kunnen maken, we mediteren, ontspullen, zweren bij gezonde voeding, lezen 100 tips voor een droomrelatie. De zelfhulpindustrie barst stilaan uit haar voegen. Op zich is er natuurlijk niks mis met zelfzorg. Marian Donner bekritiseert niemand om een wekelijks uurtje yoga. De keerzijde van al dat verbeterwerk is wel dat het ultiem in de kaart speelt van het huidige maatschappelijke systeem, dat kapitalistisch en neoliberaal is.

Hoe ferventer wij aan onszelf sleutelen, des te beter kunnen we blijven meedraaien in een cultuur die gericht is op hard werken, meer bereiken en je onderscheiden. Heb je een probleem, dan ligt het sowieso aan jou, niet aan de samenleving. De boodschap die onuitgesproken wordt meegegeven is dat we het aan onszelf verplicht zijn om de beste versie van onszelf te worden. Reclame speelt daar gretig op in. Merken vertellen ons niet meer dat hun product superieur is, wel dat wij superieure mensen kunnen worden dankzij hun product.

Stinken en drinken

Donner ontmantelt in vijf hoofdstukken de zelfverbetercultuur. In het eerste – Stink – heeft ze het over schoonheidsidealen en over de tendens om het menselijk lichaam via technologische extensies alsmaar performanter te maken. Ze haalt er de uitspraak van Marshall McLuhan bij: ‘We shape our tools and then they shape us’. Alle techniek is ooit begonnen als een verbetering van de functies van het lichaam, maar intussen lijkt technologische evolutie erop gericht om van het lichaam zelf het snelste, slimste en sterkste apparaat te maken.

Ook: als we via technologie het beeld van hoe we eruitzien alsmaar meer bijschaven in de richting van perfectie lopen we het risico wat ongepolijst is alsmaar lelijker te vinden. Door al het filteren en bewerken van beelden verschuiven de normen en groeit onze ontevredenheid over onze werkelijke lichamen. Terwijl we ook de realiteit kunnen accepteren: ‘Dit is mijn lichaam, het doet het, het is er, en dat is magisch genoeg’.

In het hoofdstuk ‘Drink’ vertelt de auteur over de tijd toen ze met regelmaat nachten doorhaalde en dronken was. Ze benoemt die neiging als spijbelen: ‘Wie spijbelt, vindt een gat in de tijd. Zo voelt het, alsof je een deur door gaat naar een parallel universum. In de gewone wereld draait alles door, daar werkt iedereen hard aan zijn toekomst, zoals jij dat ook zou moeten doen, maar aan de andere kant van de deur bestaat die toekomst niet. Daar zijn gen regels of geboden, daar is niemand die iets van je wil, daar ben je vrij. Dronken zijn is spijbelen. Drugs gebruiken is spijbelen.’

Roes en rede

Donner wil niet aansporen tot dronkenschap of druggebruik, maar probeert te duiden welke functie ze hebben aan de hand van een theorie van Bertrand Russell. Hij maakte een onderscheid tussen de roes en de rede en situeert het ontstaan van die dualiteit op het moment dat de mens overging van een nomadisch bestaan naar een sedentaire landbouwsamenleving. De boer kan niet van dag tot dag leven, hij moet vooruitziend zijn, plannen, handelen in functie van de toekomst. Rationeel en voorzichtig dus. Toen het besef groeide dat hierdoor iets van de menselijke conditie verloren dreigde te gaan – de passie van het moment, de roes en het ontsnappen aan het alledaagse – ontstond vanzelf een tegengewicht. Vluchtroutes onder de vorm van allerlei roesmiddelen.

Marian Donner bedenkt dat ze wellicht meer boeken had geschreven als ze minder nachten op café had doorgebracht. Anderzijds wil ze afstappen van de ‘meer is beter’-cultuur en merkt ze terecht op dat ze door haar ‘spijbelervaringen’ ook een ander mens is geworden en dus andere boeken schrijft.

Bloed, brand, dans

De hoofdstukken ‘Bloed’, ‘Brand’ en ‘Dans’ gaan respectievelijk over de positiviteitscultuur, de zoektocht naar de perfecte liefde en de impact van datatechnologie. Ook hier gaat Marian Donner in tegen een aantal ingesleten overtuigingen. Bijvoorbeeld dat via datatechnologie ‘ze intussen alles over ons weten’. Nee, zegt Donner, we zijn in wezen niet kenbaar. In elk van onze relaties zijn we als het ware een andere persoon: je moeder weet totaal andere dingen over je dan je geliefde of je beste vriend. Niet alles ligt ook vast, we maken andere keuzes naar gelang van de omstandigheden. En laten we onszelf vooral toestaan niet al te rechtlijnig te leven, kortom wat meer te dansen in ons handelen en onze keuzes. Wat ons bedreigt, is niet de techniek, maar het idee dat de mens zelf een stuk techniek is. Een machine die voorspelbaar en kenbaar is, en daarom altijd te verbeteren en optimaliseren valt.

Als ooit het voorspelde moment komt waarop artificiële intelligentie de mens voorbijstreeft, zal dat volgens Donner niet zijn omdat AI zo goed is, maar omdat er van de mens nog maar weinig overblijft. Als AI erop gericht is om het leven zo gemakkelijk mogelijk te maken verliest de mens zijn nieuwsgierigheid, enthousiasme en verbeeldingskracht. Terwijl dat nu net de dingen zijn die van ons mensen maken. Die we dus ook maar beter zo veel mogelijk kunnen cultiveren in plaats van ze te laten afstompen. Marian Donner voegt er nog eentje aan toe: fouten maken. We weten wie we zijn door de keuzes die we maken, en de fouten die we daarbij begaan. Het zijn de fouten die ons vergevingsgezindheid kunnen leren, naar onszelf en naar anderen toe.

Geen pleidooi voor destructief gedrag dus. Wel voor wat meer acceptatie: het leven is rommelig, de liefde is imperfect en fouten maken hoort erbij. Ons recht om af te wijken van maatschappelijke normen staat op het spel, dat  moeten we volgens Marian Donner dringend sterker gaan verdedigen. ‘Zelfverwoestingsboek’ leest vlot en stemt tot nadenken. De bronnenlijst achterin zet je op weg naar verdere lectuur.

Voer je e-mailadres in om je in te schrijven op dit blog en e-mailmeldingen te ontvangen van nieuwe berichten.

Je kan dit artikel gratis lezen. We bieden jou de inhoud graag aan en willen ook in de toekomst geen betaalmuren invoeren. Je kan ons helpen verder schrijven door een eenmalige of herhaalde gift via Petje Af. Alle beetjes helpen, dankjewel!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.