Een klein stukje planeet beheren

Net over de grens tussen Vlaams-Brabant en Limburg ligt Gingelom, thuisbasis van Haal Meer uit je Tuin. Bezielers Alexander Kerbusch en Elena Rudenko zijn inwijkelingen op deze plek, maar na goed 10 jaar zijn ze prima ingeburgerd, al keek de buurt eerst nogal op van de tomaten en pompoenen in hun voortuin. Ze kozen resoluut voor een kleiner inkomen en meer tijd.

Een gedeelde passie voor tuinbouw

Alexander: Ik droomde er als kind al van om boer te worden. Ik had er een heel romantisch beeld van en zette alles op alles om naar de landbouwschool te kunnen, richting veeteelt. Tot de praktijklessen kwamen: biggen castreren, staartjes knippen … Opeens vond ik tuinbouw veel interessanter (lacht). Ik ging daarin door en koos specifiek voor biologische teelt. Ik liep onder andere stage bij Velt en Proefcentrum Biologische Teelt. 

Elena: Mijn achtergrond is heel anders. Ik groeide op in een klein dorp in het Zuiden van Rusland, een streek die wel wat te vergelijken is met Limburg: fruitteelt, vruchtbare grond. Mijn vader was van beroep industrieel ingenieur, maar heeft altijd een passie gehad voor planten kweken. Van kleins af was ik gewend dat we uit onze moestuin aten. We woonden in een dorp en waren noodgedwongen zelfvoorzienend. Anders moest je minstens een uur met een stoptreintje naar de stad om boodschappen te doen. Zowat elk huishouden had een koe en er was ook veel ruilhandel. In de dorpen is dat trouwens nog altijd zo, al heeft waar ik vandaan kom wel een slimme jongeman alle koeien overgenomen en een zuivelbedrijfje gestart waarmee hij goed z’n boterham verdient. Toen ik opgroeide vroeg ik me af wat ik wou worden en ik kwam uit bij leerkracht of tuinbouw. Vrienden zeiden: ‘Je gaat toch geen leerkracht worden, er is alsmaar minder respect voor dat beroep.’ Mijn 7 jaar oudere broer was al afgestudeerd als agronoom en ik koos ook voor die studie.  In België kwam ik terecht via een vriendin van me die na onze studies emigreerde.

Alexander: We ontmoetten elkaar tijdens Elena’s tweede reis naar België in een café in Gent en raakten aan de praat. We ontdekten dat we min of meer hetzelfde gestudeerd hadden, Elena wou mijn tuinbouwbedrijfje wel eens bezoeken en de rest is geschiedenis.

Na verloop van tijd startten we samen een aardbeien- en frambozenkwekerij in Oost-Vlaanderen en werden daarin vrij groot. Op de duur hadden we personeel, maar ook een hoop stress. De situatie wat bio betreft was moeilijk: je wil een lening aangaan bij de bank, er worden voorwaarden gesteld. Je bent jong en hebt de ruggengraat nog niet om te zeggen: niet op deze manier. Als producent zit je erg vast in het economische verhaal. We merkten dat professioneel je boterham verdienen met tuinbouw niet per se zo’n prettig leven is. Het water staat je al gauw aan de lippen. In 2010 gingen we failliet, einde verhaal, het was genoeg geweest. 

Een nieuw hoofdstuk

Alexander: Daarna volgde een zoektocht. We  werkten allebei voor een bloemenzadenteler, maar uiteindelijk werd dat hetzelfde verhaal in loondienst: voltijds werken was het absolute minimum. Na een paar maanden hielden we het voor bekeken. We namen een sabbatjaar, reisden en gingen toen werken als conciërgekoppel voor een welgestelde familie. Ik in de tuin, Elena in de keuken. Ook dat was een korte ervaring. Na enkele maanden besloten we te solliciteren bij het Proefcentrum Fruitteelt. Ik kon er beginnen als onderzoeker, Elena werkte buiten om de proeven te onderhouden. We woonden kort in Tongeren maar verhuisden mee in 2013 toen het onderzoek gecentraliseerd werd in Sint-Truiden. Zo kwamen we in Gingelom terecht: op enkele kilometers van onze werkplek en vrij goed bereikbaar met het openbaar vervoer.

Gaandeweg gingen we beseffen dat het niet nodig was om het ons zo moeilijk te maken. We hoeven geen grootschalige professionele dingen te doen of een eigen bedrijf te hebben. Buiten onze betaalde jobs gingen we ons concentreren op onze eigen achtertuin. Dat was een keerpunt, het begin van een heel andere levenshouding. We besloten om ons helemaal te richten op wat we het liefste doen en met minder rond te komen. Het heeft ons het gevoel gegeven veel meer vat te hebben op het leven. 

Elena: De basis is dat we graag groenten en fruit kweken. Iedereen die eraan begint, stelt vast dat je er enorm veel voldoening uithaalt. En wanneer je het gewend bent, wordt het moeilijk om nog in de supermarkt of op de markt te kopen. Je eigen kweek smaakt veel lekkerder. Op restaurant gaan loont ook niet meer zo. Je bent veel geld kwijt en het moet al een heel goed restaurant zijn om te kunnen besluiten dat je het zelf niet net zo goed kan. De samenleving legt heel veel op: een eigen huis, een auto want het openbaar vervoer deugt zogenaamd niet, mooie kleren enz. We wilden af van die sfeer van moeten en angst.

Uiteindelijk moet je helemaal niet zo veel. Alexander werkt nog twee dagen in het Proefcentrum Fruitteelt. Zelf heb ik intussen gewerkt in het provinciaal secundair onderwijs, in De Wijnpers in Leuven.  Ik gaf er ondersteuning voor de praktijklessen en werkte in het schoolwinkeltje waar leerlingen de gekweekte groenten en fruit leren presenteren en verkopen. Na een tijdje kreeg ik het gevoel dat ik in routine terechtkwam. Ik vind het belangrijk te blijven bijleren, dat het leven een uitdaging is. Vorig jaar maakten we de balans op: ok, we hebben niet zo veel nodig, en dan ben ik gestopt. Maar stel dat ik het beu word om thuis te blijven, dan zoek ik wel weer een job.  

Intussen is er vzw Haal Meer uit je Tuin. In de loop van 10 jaar vormden  Alexander en Elena hun kale achtertuin van 800 m² om tot een moestuinoase met serre en waterpartijen. In 2020 verwierven ze een extra stuk grond van 1,2 ha in de buurt dat ze uitbouwen tot eetbaar park.

Elena: We hadden niet het idee om er iets professioneels van te maken, maar toen begonnen mensen vragen te stellen: we willen graag jullie tuin bezoeken, waarom doe je geen rondleidingen? Waarom geven jullie geen cursussen? Dat was in het begin niet ons plan, we zijn er min of meer in gerold. We richtten de vzw op met de bedoeling om mensen warm te maken om zelf te kweken. In het begin keken de buren een beetje op. Tomaten en wortelen in de voortuin, zijn jullie gek, dat gaat niet lukken. En als het wel lukt, komt er vast iemand jullie oogst stelen. Maar daarna veranderde het: hebben jullie soms tomaatjes te veel, we zien druiven, kunnen jullie ons advies geven? Wanneer je zo jarenlang met passie bezig bent op jouw manier krijg je wat bekendheid en ga je groeien. Maar er is veel geduld nodig. Je moet de ruggengraat hebben om niet na enkele tegenvallers te zeggen: ik stop ermee.

Wat waren de belangrijkste lessen van de afgelopen 10 jaar?

Alexander: Hoe belangrijk toeval is.  Telkens opnieuw speelt dat een rol. Op een bepaald moment dacht ik: ik wil graag iets met vijgen gaan doen. Tijdens een cursus, in een context die niets met tuinbouw te maken had, werd ik voor een opdracht gekoppeld aan de neef van de grootste vijgenverzamelaar van Vlaanderen. 

Elena: Toen we druiven wilden beginnen kweken, bleek de buurman van mijn broer een tuin vol druiven te hebben. We stelden vragen, hij adviseerde ons, gaf ons scheutjes en zo ging dat aan het rollen.

Alexander: Een paar jaar geleden  hadden we al enkele keren tegen elkaar gezegd ‘Dit is een mooi stukje grond’, op een avond ging Elena wandelen in de buurt en zag ze dat het te koop stond. We namen meteen contact op en de koop was heel snel geregeld. Zo gaat het vaak met Haal Meer uit je Tuin. We denken: dat zou leuk zijn, en plots komt het op onze route. We denken nooit in termen van: dit of dat moét. Vorige maand nog vond ik een grasmaaier langs de kant van de straat. Tevoren hadden we altijd met de zeis gemaaid en recenter hadden we enkele keren een machine geleend. En hup, staat daar zomaar een grasmaaier (lacht).

Elena: Intussen kennen de buren ons en vragen ze vanzelf of we het materiaal willen hebben wanneer ze iets gaan afbreken, omdat ze gezien hebben dat Alexander soms zelf dingen maakt.

Alexander: We hebben gemerkt dat je bijna alles zelf kan doen wanneer je jezelf wat tijd geeft en erin gelooft. En het is zonde dat er zoveel materiaal wordt weggegooid. We kregen een heleboel houten balken van een voormalige slagerij van iemand die het niet over z’n hart kon krijgen om ze allemaal in een container te gooien. Het komt altijd neer op die tweedeling tijd en geld. Als je meer tijd hebt om iets zelf te maken, heb je weinig geld nodig. Ook samenwerking vinden we heel belangrijk. We zijn enkele jaren terug gestart met het project Ecohoveniers: mensen helpen ons een seizoen lang één dag in de week en in ruil geven we hen een stuk kennis mee over ecologisch voedsel kweken. Zowel voor hen als voor ons is het zoveel leuker om dat samen te doen.  We proberen ook meer en meer met het dorp te leven. Sinds twee jaar organiseren we in samenwerking met de gemeente moestuinkampen voor kinderen die in de zomer in de opvang zitten. Het is een traag proces en de stappen zijn klein. Soms krijgen we veel meer appreciatie van mensen verder weg dan uit onze thuisbasis: wanneer we iets organiseren komen er mensen uit Gent, of Leuven, of nog veel verder.

Elena: Je vraagt je wel eens af ‘waar ben ik mee bezig?’, je hebt het gevoel weinig respons te krijgen, maar dan komt er plots een lief berichtje of ontmoet je iemand die zegt: ik heb gezien wat je doet, ik volg jou. Ze moeten je leren kennen. Vorig jaar hadden we voor het eerst een lokale Ecohovenier. Met onze opentuindagen hadden we een gelijkaardige ervaring. De eerste hielden we omdat mensen van buitenaf het gevraagd hadden. Toen zagen we dat iemand het in Uit in Vlaanderen had gepost en dachten we: ‘Verdorie, we moeten de buren inlichten.’  We maakten voor iedereen een persoonlijke uitnodiging. Ze zijn wel nieuwsgierig, maar toch is er die drempel, die gêne om te vragen: waar zijn jullie mee bezig? Uiteindelijk zijn er veel buren gekomen en hebben we nog tot laat zitten praten. Daarna werd het idee geopperd van een straatfeest. Eerst vonden mensen dat wij dat moesten organiseren – ‘Jullie hebben die opentuindag gedaan, jullie kunnen dat wel!’- maar uiteindelijk heb ik een oproep gelanceerd en zo hebben we met 6 koppels dat straatfeest georganiseerd. Intussen doen we het al enkele jaren.

Alexander: Wanneer je mensen laat eten en drinken, en vooral met elkaar praten, laat je iets ontstaan en hou je een dorp levend.

 

 

‘Klimaatproblematiek en biodiversiteit

hebben ook te maken met dat kleine stukje

planeet waar je iets over te zeggen hebt

en wat je zelf beheert.’

Dat lijkt intussen sterk op een missie. Hoe zou je die omschrijven?

Alexander: We willen mensen laten beseffen dat ze impact kunnen hebben met wat ze zelf doen. De klimaatproblematiek en de kwestie van de biodiversiteit lijken vaak dingen die zich elders in de wereld afspelen, maar dat is niet zo. Het heeft ook te maken met dat kleine stukje planeet waar je iets over te zeggen hebt en wat je zelf beheert. Het is trouwens helemaal niet zo klein: meer dan 10 % van Vlaanderen is tuin, dus we kunnen zeker impact hebben. We proberen mensen daar anders over te laten denken zonder met het vingertje te zwaaien. Het inzicht moet vanuit henzelf komen. Dan zie je mensen soms een totale ommezwaai maken, het is mooi als je daaraan kan bijdragen.  

We streven er ook naar om maximaal toegankelijk te zijn, we willen niet dat het een elitair verhaal wordt en je honderden of duizenden euro’s moet neertellen voor cursussen. Daarom zijn we ook met Ecohoveniers begonnen: voor iedereen toegankelijk, maar je moet er wel tijd voor vrijmaken. Hetzelfde bij open-tuindagen: kom kijken, je mag proeven. Ik zou dat graag op nog meer plaatsen zien, je leert zo ook altijd weer nieuw volk kennen. Dat sociale is cruciaal in de werking van Haal Meer uit je Tuin.

Elena: Het heeft ook te maken met openheid om bij te leren van anderen. Dikwijls krijgen we te horen: ‘Jullie zijn de experts, jullie hebben alle kennis.’ Maar dat is niet waar, wij leren nog constant bij. Bijvoorbeeld wanneer we experimenteren. We proberen en zien wat ervan komt.

Alexander: We zijn nu bezig met een citrusproject. Door cursussen en boeken krijg je ingehamerd dat dat hier in België niet kan. Maar wie zegt dat? Soms ontmoet ik migranten die planten meebrengen uit hun thuisland en dat lukt wel. Waarom? Omdat zij niet, zoals wij, begrensd zijn door ideeën die ze meegekregen hebben. Mensen uit andere landen vormen een heel interessante bron. Ik heb ooit in een project getuinierd met allemaal mensen met een verschillende achtergrond en dat was enorm verrijkend. Het werd afgesloten met een kooksessie en een feestje. Zo kan je ontdekken dat iemand uit zeg maar Iran iets totaal anders doet met spinazie of snijbiet dan jij. We geven ook vaak mee aan mensen: laat je niet begrenzen door alles wat er te vinden en te lezen is. Wees creatief en probeer gewoon zelf uit.

Jullie lijken behoorlijk onvermoeibaar in alles wat je doet. Zijn er ook wel eens momenten van ontmoediging?

Alexander: Als er weer eens een nieuwe wetgeving bijkomt. Soms vraag je je af waarom er zoveel obstakels moeten worden opgeworpen wanneer je iets wil doen. Waarom moeten we zoveel aan een bureau zitten om iets te organiseren, terwijl we vooral graag buiten zijn. Administratie en regelgeving lijken  alsmaar meer te worden.

Wat ik ook heel jammer vind: het oprukken van kunstgras, of verharding. In het begin toen we met Haal Meer uit je Tuin begonnen, brachten we de boodschap: misschien kan je een klein stukje van je gazon gebruiken om groenten te kweken, maar vandaag is het al mooi als er nog gazon is. Ondanks campagnes van de overheid zie ik dat niet echt veranderen.

Elena: De meeste mensen hebben heel weinig tijd en zijn bang voor verandering. Vaak lijkt ook de redenering te zijn: hier in België zijn we nog veilig, we moeten ons tevreden stellen met wat we hebben. Dat komt neer op: blijf maar zitten waar je zit. Wat ons ook geholpen heeft: weinig naar het nieuws kijken. We horen het sporadisch op de radio wanneer we in de tuin werken. Of buren zeggen: zeg, heb je dat gehoord? Euh nee eigenlijk niet, maar vertel het ons maar.

Alexander: De focus ligt altijd op slecht nieuws en wereldschokkende gebeurtenissen. We zijn veel gelukkiger sinds we het niet meer zo volgen. Waar we ook mee moeten uitkijken: genoeg rust krijgen om onze creativiteit te behouden. We versterken elkaar in ons enthousiasme, maar soms moeten we durven nee zeggen en een idee even parkeren. Een leven in balans, dat klinkt mooi in theorie, maar in de praktijk moet je het altijd blijven bewaken. Wat we doen is heel seizoensgebonden: in de zomer zijn we de hele dag bezig. In de winter is dat een stuk minder, maar het risico is dan dat we heel veel nieuwe ideeën krijgen (lacht). Daarom nemen we in het najaar een maand vakantie, om te reizen, te lezen.  Af en toe moet je bewust in de reflectie gaan: voelt het goed wat ik doe, is het wat ik wil, waar wil ik naartoe? Onze manier van leven helpt ons enorm om daar rustiger in te staan.

Haal Meer uit je Tuin website

Haal Meer uit je Tuin op Facebook

3 thoughts on “Een klein stukje planeet beheren

  • Een mooi verhaal naar waarheid geschreven en ik kan het weten! Een mens leert lopen met vallen en opstaan, met de bluts de buil. Zo is het ook jullie vergaan.
    Leerrijke projecten, veel inspiratie, veelzijdigheid, gezelligheid, lekkere groenten en zoveel meer.
    En ja, het nieuws… ook ik duw steevast die negativiteit uit. Wij zijn vast van een andere planeet 😉
    Veel succes verder. Tante Inge

  • Ik heb met vreugde en aandacht jullie verhaal gelezen ……dit is dé weg die we hier te gaan hebben
    SUPER ……………….
    dank voor het delen
    Knuffel Irene

  • Theo van de Molengraft

    4 maart 2024 at 15:27 Beantwoorden

    Bonjour,

    Zojuist heb ik de mail van WordPress gelezen. Het ziet allemaal erg mooi uit bij jullie. Als dat mogelijk is wil ik een keer een bezoek brengen.
    Zelf ben ik een ecologische tuinder bij een volkstuinvereniging.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.