Het klavertjedrie koesteren en dromen voeden

Je hoeft het huisnummer niet te weten wanneer je op zoek bent naar plant lady Aline Sponholz en vzw Marjolein: er is maar één huis in de straat met een prairietuin ervoor, een geefkast op de oprit en een afgedankte oranje fiets tussen hoog opschietende bloemen, struiken en kruiden. Ook achter het huis is een paradijsje volop in ontwikkeling. Als het van Aline afhangt, blijft het daar niet bij: haar missie bestaat erin mensen te helpen zelf hun eigen paradijselijk plekje te creëren. Overvloed is het sleutelwoord. Ook in Alines manier van vertellen is die te vinden: Vlaamse couleur locale met een vederlicht Duits sausje er overheen levert een charmante taalmix op.

Tijdens mijn studie milieuwetenschappen in Duitsland leerde ik mijn toekomstige partner kennen. Toen hij een vaste baan vond in België, waagde ik de sprong. Ik dacht: ik zie wel hoe het daar meevalt, het land, de mensen, de taal, de relatie. Ik ging nog een master bijstuderen in Antwerpen in dezelfde branche. Wat mij dreef was: de wereld is zo mooi en boeiend, elke plant is een wereld op zich, maar hoe hangt het allemaal samen. Ik had het idee dat ik misschien adviseur voor bedrijven zou worden, om ervoor te zorgen dat ze hun activiteiten ontplooien op een manier die de wereld niet om zeep helpt. Maar gaandeweg merkte ik dat ik eigenlijk het liefst buiten ben. Medestudenten zeiden me: je moet eens bij vzw Mier gaan kijken, die doen iets met permacultuur. Zo ben ik daar terechtgekomen, heb ik een stage gedaan en daarna mijn eigen project opgezet. Door in aanraking met Mier te komen kreeg ik het idee dat het ook relatief eenvoudig kon, dat ik een vzw kon oprichten en niet die zware last van zelfstandige op mij hoefde te nemen. Ik wil gewoon een structuur waarbinnen ik  ondernemend kan zijn zonder me al te veel zorgen te maken over het hoe. Mijn focus is mensen blij maken en planten rijkelijk laten opleven en op deze manier kan het.

Acht jaar geleden begon dat verhaal vorm aan te nemen. We woonden toen in een huurhuis en zaten daar wel goed, maar we voelden ook de drang om meer bomen te planten, meer te laten opbloeien en meer te oogsten uit onze tuin. Wanneer je huurt heb je weinig zekerheid over je oogst en over de toekomst, dus gingen we op zoek naar een koophuis. We zochten lang en hadden het zowat opgegeven toen we deze plek vonden. Het terrein gaat diep en omdat het zo moerassig is, heeft het een bijzondere schoonheid en sfeer. Veel mensen zouden het hier draineren en droog leggen en er een paardenwei van maken, maar er zijn zoveel mooie planten en ook dieren die deze omstandigheden nodig hebben. Ook voor waterbuffering is het een waardevol terrein. Iets in mij riep: dit is het, dit moeten we koesteren en bewaren en laten floreren. En dat is wat we doen: stap voor stap, jaar na jaar.

We startten met dichtbij het huis het gras te verstikken onder lappen folie om een moestuin aan te leggen. Verderop plantten we wilgen aan en lieten we de natuur haar gang gaan. Tamelijk snel werd duidelijk dat gewoon in de grond gaan wroeten geen optie is: het terrein is er te moerassig voor. We besloten om met verhoogde bedden te werken, heuvelbedden met hout op de bodem, daarop aarde en mest. Toen dat goed lukte, gingen we uitbreiden, meer bedden, meer bomen planten. Omdat het terrein zo groot is, zijn we heel snel overgegaan tot het betrekken van vrijwilligers via WWOOF en Workaway. Zo konden we mensen laten kennismaken met andere  manieren van tuinieren behalve de klassieke en met minder vertrouwde groenten als oerprei, warmoes of tuinbonen. Er zijn zoveel manieren om met de natuur mee en herstellend te werken in plaats van te ploegen en zwoegen. We hebben hier ook best veel gegraven, maar altijd met een welbepaald doel of functie voor ogen. Ik ben altijd blij met reacties van mensen die hier meegewerkt hebben en zich daardoor geïnspireerd voelen om zelf met een tuin aan de slag te gaan.

Ik probeer ook connecties te maken met de buurt. Sommige buren hebben een eigen moestuin, of een serre. Ik zou het geweldig vinden als iedereen op z’n eigen lapje grond naar hartenlust tuiniert en er tegelijk gemeenschapsgevoel groeit  onder de vorm van kennis en overschotten delen. Het is ook heel stimulerend om mensen warm te maken die uit het oog verloren zijn hoe fijn het is om eigen voedsel te kweken. Het is niet zo moeilijk om weer aan te leren, je doet gewoon wat je leuk vindt en breidt stapsgewijs uit. En je mag fouten maken, we zijn allemaal zoekende. Sommige dingen zijn zo makkelijk zelf te kweken, bessen bijvoorbeeld, dat loont enorm. Een tijdje terug had ik veel te veel komkommers, ik ben die in de straat gaan uitdelen, kwestie van de contacten wat te versterken. Ik val niet graag mensen lastig, maar via de komkommers een gesprek aanknopen was wel leuk.

Wat doe je precies binnen Marjolein vzw?

De droom is om overal een paradijselijke omgeving te creëren. Marjolein ondersteunt om dat voor iedereen die het wil haalbaar te maken. Ik help de weg van theorie naar praktijk af te leggen op drie manieren: door tuinadvies, door workshops en door de inspiratietuin hier. Dit is mijn experimenteerplek en ook sinds een tijdje een samentuin: één keer in de week werken we er enkele uren in groep in. De deelnemers komen min of meer uit de buurt. Aanvankelijk was het plan om één keer in de maand samen te komen om het haalbaar te houden, iedereen heeft het tenslotte druk, maar één van de deelnemers merkte terecht op dat we het dan niet zouden halen. In het seizoen groeit alles als gek, en ook in de lente is er veel werk met bakken maken, voorzaaien, uitplanten. Het is heel fijn om er niet alleen voor te staan. Veel taken en projecten nemen meer tijd in beslag dan eerst gedacht. De twee serres die hier staan, bijvoorbeeld, hebben we samen gebouwd. Alleen hadden we dat nooit gekund. Hoe groter de bewerkte oppervlakte, des te meer oogst je natuurlijk ook hebt. Wie meehelpt, mag een deel oogsten en meenemen.

De tuin hier levert heel veel ervaringsdeskundigheid op. Die zet ik graag in om tuinadvies te geven en ontwerpen te maken. Waar gewenst help ik de tuindromen ook concreet realiseren. Mijn insteek is dat als bij iedereen de tuin een plekje zou zijn waar je kan thuiskomen en echt van genieten, dat wezenlijke verandering op gang brengt: het doet iets met je, je stress verlaagt, je komt meer in voeling met jezelf en dat kan weer een impact hebben op je omgang met anderen. Je krijgt meer energie om de dingen aan te kunnen en je ziet helderder: moet het allemaal, wil ik echt zo druk leven? Wanneer je met een tuin bezig ben, komen er vaak vanzelf filosofische gedachten naar boven.

Mijn rol zie ik als het helder krijgen van de wensen van mijn klanten. Tussen theorie en praktijk gaapt nog een gat: er zijn stapels tuinboeken, heel veel workshops en online cursussen, maar vele mensen missen de link naar hun eigen tuin. Boeken kunnen hopen ideeën leveren, maar in je eigen tuin moet je hebben wat jou gelukkig maakt en wat echt bij jou en je tuin past. Er zijn heel veel planten en bomen die mooi ogen, maar als je niet zo veel tijd hebt om uit te zoeken wat die allemaal nodig hebben of hoe je ze moet snoeien, dan kan je je keuzes beter aanpassen. Mensen willen soms liefst een foto uit een boek of magazine kopiëren en dan een perfect plaatje hebben dat voor altijd zo blijft. Ik onderzoek welk verlangen daarin verscholen ligt. Ik ben niet echt een doorgedreven moestuinmens, eerder iemand die het geheel bekijkt en wat past bij de specifieke plek, de grond, het licht. De natuur en het menselijke verlangen hoeven elkaar daarbij niet tegen te spreken, ze kunnen elkaar net versterken. Ook voor tuinadvies en -ontwerp ga ik graag samenwerkingen aan. In het begin zocht ik collega’s aan, voornamelijk binnen het Mier-collectief, omdat dat me een zekerder gevoel gaf. Na een aantal jaren heb ik vastgesteld dat het prachtig werkt als je je kennis bij elkaar kan leggen. Cocreatie en synergie zijn zo waardevol: aan tafel gaan zitten, niet alleen met collega’s, maar ook met de betrokkenen. Zo wordt een tuinontwerp de vertaling van wat er leeft en kom je tot gedragen keuzes en beslissingen.

Heb je veel van je kennis in de praktijk opgedaan?

Ja, ik heb altijd grotendeels via zelfstudie gewerkt. Als kind kwam ik vaak bij mijn grootouders die een heel productieve eetbare tuin hadden. Mijn opa probeerde graag nieuwe soorten uit, ik leerde daardoor als kind al dingen als Japanse wijnbes en taybes kennen. Mijn oma maakte er lekkers van en zuchtte ook wel eens over de jungle. Mijn moeder is ook iemand die tijdens het wandelen zowat elke plant kan thuisbrengen en geneigd is om dingen te proeven. Mijn interesse en nieuwsgierigheid naar al wat groeit, kreeg ik dus met de paplepel mee. Ook in mijn eentje kon ik me uren amuseren in het bos door met al mijn zintuigen waar te nemen of weg te dromen.

Ik heb nooit echt een permacultuurcursus gevolgd, ik pik veel informatie op uit boeken en meedraaidagen en ben verder heel praktisch ingesteld: gewoon door te doen en uit te proberen wat bij me past heb ik heel veel geleerd. Er zijn veel benaderingen mogelijk en dat is soms verwarrend, maar biedt ook een rijkdom aan keuzes. Soms wanneer je een cursus volgt, wordt alles tot in de puntjes wetenschappelijk uitgelegd, maar wat betekent het in de praktijk? Soms is het goed om niet te veel vanuit je hoofd te handelen, te kijken wat werkt en dat te doen.

Ook: oberserveren, niet voor niks punt één binnen de permacultuur. Wat is er al en hoe kan ik vanwaar ik nu ben daar geraken waar ik wil zijn? Zelfs wanneer je vanuit theorie werkt en alles nauwkeurig opmeet en rekent, kunnen er dingen misgaan. In de natuur hangt er zoveel samen, ze is sterk en complex, ik vind dat mooi en hoopgevend. Verrassend ook dikwijls, wanneer je vaststelt: huh, hoe komt deze plant hier? En soms erger je je, wanneer je iets zaait of plant en er komt totaal iets anders.

Ik geef daar graag workshops over, de zogenaamde onkruiden. Observeren waar iets opkomt, wat het is, proeven, eventueel iets mee klaarmaken. Er zijn nog steeds mensen die heel verbaasd zijn dat brandnetels waardevol en bruikbaar zijn. Ook weegbree bijvoorbeeld, dat is een mineraalrijke plant die een prima aanvulling kan vormen op groenten uit de winkel die vaak een deel van hun voedingsstoffen kwijt zijn. Ik probeer waardering te verspreiden voor de simpele praktische dingen, de no-nonsense planten die niet te veel inspanning vergen. Ik ben altijd blij wanneer mensen ontdekken dat een tuin hebben niet ‘moeten en ploeteren’ hoeft te betekenen en dan een zucht van opluchting slaken. Leuk én resultaten behalen kunnen samengaan. 

Ook eetbare bloemen zijn een boeiend thema voor een workshop. Zelfs wanneer je alleen maar sierplanten in je tuin hebt, kan je nog allerlei dingen eten, zoals hosta of teunisbloem. De hoofdingrediënten van een maaltijd kan je bij de boer halen en vanuit je tuin kan je nog zoveel verschillende smaken toevoegen. Er zitten ook veel vitamines en mineralen in bloemen. We zijn opgevoed met het idee dat bloemen om naar te kijken zijn en voor de bijen, maar als je overvloed hebt in je tuin is er genoeg voor jou én voor de bijen. Van bloemen heb je maar weinig nodig om een maaltijd te verrijken, het is een extraatje, een fijne meerwaarde.

Terwijl Aline vertelt, stappen we door de tuin: langs de verhoogde moestuinbedden, de vijver, de serres, fruitbomen en -struiken. Een paddestoelenveldje levert shitakes en oesterzwammen en nog verder ligt een zone met minimaal beheer. Er werden verschillende soorten wilgen aangeplant die allemaal floreren op vochtige grond: zwarte wilg, schietwilg, krulwilg. Buurtbewoners komen soms wat wilgentenen halen voor vlechtwerk, het grootste gedeelte wordt verhakseld, gedroogd en gebruikt als strooisel voor paden en voor een composttoilet. Het overige snoeihout gaat de schuur in en dient als brandstof voor de massakachel in de woonkamer. De zonering van de tuin werd vanaf het begin doordacht aangepakt, anderzijds gaat Aline er in de praktijk ontspannen mee om en is er ruimte voor evolutie en aanpassingen. Zoeken naar evenwichten op allerlei vlakken blijft wel een voortdurende oefening.

Die ene gouden regel die alles doet werken voor altijd die bestaat helaas niet. Mensen zoeken dat misschien soms met het idee dat dan alles in orde is en er geen verdere moeite meer nodig is. In de praktijk blijft het observeren en bijsturen, ook in je eigen paradijselijke tuin. Elk paradijsje heeft ook z’n schaduwkanten. Onze menselijke perceptie is vaak dat die er niet horen te zijn en alles perfect harmonisch moet groeien en bloeien zoals wij het willen en plannen. De natuur vertoont ook een grote harmonie en samenhang, maar daarom niet zoals mensen het in een romantische film afschilderen. Natuur is dynamisch en constant vernieuwend. De kunst bestaat erin om dat als boeiend en bevrijdend te ervaren, niet als een last.

In de tuin hier wilden we liefst alles zo open mogelijk hebben, we houden niet van omheiningen, draden en netten, maar het samenleven met alle dieren die er zijn is een hele opgave. Vogels gaan aan de haal met moerbeien en jostabessen, reetjes knagen aan aardbeien, blauwe bessen, hazelnoten. Onze ganzen liepen overal tussendoor en aten alles wat nog onrijp en groen is. We plaatsten eerst een draad om de ganzen tegen te houden, maar reetjes sprongen er gewoon overheen, dus hebben we nu noodgedwongen een wat hogere draad gezet. Dat is het moeilijke wanneer je een oase creëert: we gunnen de dieren iets te eten, maar we willen zelf ook van al het lekkers genieten waar we naar uitkeken. Het gaf mij een dubbel gevoel om die draad te zetten: waar kunnen reeën tegenwoordig nog een biotoop vinden? Dus de vraag blijft of het mogelijk is om zowel voor mens als dier overvloed te creëren of dat een naïeve betrachting is. We blijven het in elk geval proberen.

Andere afwegingen hebben te maken met tijdsinvestering en beheer: rond de vijver staat nu heel veel bosbies die overal uitlopers maakt, terwijl we daar graag meer variatie aan oeverplanten willen. Dat is voorlopig een droom voor de toekomst die begint met de bosbies terugsnoeien volgende lente. Op sommige plekken groeit veel gras en hondsdraf bij de moestuinbedden, dat zou niet het geval zijn als ik alleen maar met de tuin hier bezig was, maar op zich vind ik het niet zo erg, in de lente is het één blauwe zee, de hommels zijn er blij mee en willen we het anders, dan kunnen we het weghalen. Het is ook een kwestie van tijd verdelen tussen tuinwerk, workshops en op verplaatsing werken.

 

 

 

 

 

 

‘Elk paradijsje heeft ook

z’n schaduwkanten.’

Kan je leven van je activiteiten?

Aan ons gezinsinkomen lever ik met Marjolein een eerder bescheiden bijdrage, maar dat is ook niet de eerste focus, wel om bij te dragen aan biodiversiteit en een positieve samenleving. Daarvoor een financiële waardering krijgen is uiteraard fijn. Ik heb het voordeel een partner te hebben die mij steunt en die voltijds werkt. We kiezen ervoor om eenvoudig te leven en kosten zo laag mogelijk te houden, we schrappen al de ruis, maken veel dingen zelf, gaan naar de kringwinkel en kopen in bulk. Ik wil graag ook het sociale, het onzichtbare opbouwen: helpen bij anderen en uitwisselen, buurthulp. Ik heb een cursus gevolgd ‘business and soul’ om te leren ondernemen vanuit je hart en ziel, maar ik heb nog wel wat patronen die mij tegenhouden. Wanneer ik me bezighoud met marketing heb ik snel het gevoel dat ik aan het pushen ben en daar heb ik geen zin in, maar ik weet ook dat het een verhaal is dat ik mezelf vertel: ik hou mezelf klein omdat ik bang ben dat wanneer ik ga groeien ik opgeslorpt word en in de ratrace terechtkom. Tegelijk kan ik me voorstellen dat veel meer mensen blij zouden kunnen zijn met een eigen paradijsje. Iemand zei me een keer: als iemand hongerig is en jij hebt een sandwich, dan berokken je toch kwaad als jij niet zegt dat je die sandwich hebt (lacht). Soms gooi ik me erin, maar dan kom ik toch weer in twijfels en vragen terecht, terwijl ik gewoon contacten moet leggen en zien hoe het uitpakt.

Welke waarden wil je graag uitdragen?

Ik vind respect belangrijk. Respecteer je lichaam, elkaar en je omgeving, dus forceer je niet, let op je houding, heb respect voor je gereedschap, kijk uit waar je gaat staan zodat je niet op planten, dingen of voeten trapt en dood geen dieren. Dus ook niet de slakken die je sla opeten. Je kan ze verzamelen in een emmer en ze naar een andere plek brengen. Vaak snappen we niet welke plek dieren hebben in het voedselweb en hoe we kunnen voorkomen dat ze onze oogst opeten. Het hoort bij de zoektocht om niet zomaar schuld af te schuiven. Verder strekt respect zich uit tot elke deelnemer aan mijn activiteiten: iemand kan een andere mening hebben dan jij of iets anders wel of niet lusten.

Ik wil ook erkennen dat we niet alles kunnen weten. Alles is al zoveel keren gedaan, maar toch blijft het telkens opnieuw een verrassing. Wanneer je de gastvrouw of workshopgever bent dan kijken mensen met heel veel verwachting naar je: wat gaan we nu doen? Of wanneer ik advies kom geven hebben klanten soms een hele lijst vragen, dit lukte niet, en wat moet ik hier doen? Je wordt in een expertrol geduwd. We zijn het zo gewend van op school: hop, antwoorden geven. Dat is een valkuil. Ik wil eerst goed kijken en luisteren en observatievragen stellen. Vaak komt er dan een aha-moment waarbij mensen zelf het antwoord vinden, heel mooi is dat. 

 

Wat is jouw droom?

Mijn ultieme droom is dat alles een paradijs is, dat we omgeven zijn door heel veel lekkers overal waar we staan en gaan: fruitbomen, struiken, bloemen, wat dan ook,. Dat het levenstempo wat trager is, dat we kunnen doen wat gedaan moet worden zonder onszelf op te jagen, dat we ons kunnen ontwikkelen in wat we graag doen en we mekaar ook zouden steunen. Specifiek voor deze plek is mijn droom om het terrein nog meer aan te vullen met andere struiken, bomen, planten. Wat er al is, heeft nog tijd nodig om te groeien en intussen wil je iets daaronder wat eetbaar is en dat blijft een zoektocht: sommige dingen zijn eetbaar, maar wat doe je ermee, hoe kan je al die smaken integreren? Ik wil ook gewoon meer plekken zien floreren en dat mensen kunnen genieten. Dat komt uiteindelijk neer op de eenvoudige droom van een goed leven. De uitdaging bestaat erin om niet te snel te veel te willen en niet te veel in negatief denken te vervallen. Als je wil, kan je je blik richten op het feit dat er alsmaar meer bebouwing en verharding is, meer industrie, dat er enerzijds zoveel over klimaatverandering wordt gepraat maar anderzijds de autolobby nog zoveel steun krijgt. Je kan dan gaan denken dat het David tegen Goliath is en wat voor nut heeft het dat we hier ons paradijsje creëren terwijl er elders zo veel wordt stukgemaakt. Je kan je daarin helemaal vastrijden en koppig gaan doordrammen. Maar natuurlijk maakt het een verschil wat we doen. Er gebeuren ook enorm veel positieve dingen, er zijn veel initiatieven rond eetbare planten of netwerken voor onderlinge steun. Er is al veel moois en het mag gewoon groeien. Ik hou van de alledaagse simpele dingen die je overal kan vinden. Een vriendin van me zei: eigenlijk moeten we niet het klavertjevier koesteren, maar net het klavertjedrie want dat is overal, net zoals geluk overal kan zitten.

Je kan dit artikel gratis lezen. We bieden jou de inhoud graag aan en willen ook in de toekomst geen betaalmuren invoeren. Je kan ons wel helpen verder schrijven door een eenmalige of herhaalde gift via Petje Af. Alle beetjes helpen, dankjewel!

One thought on “Het klavertjedrie koesteren en dromen voeden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.